Ze reisde de halve wereld over. Maar haar eigen provincie kende de Groningse beeldend kunstenaar Joyce Zwerver nauwelijks. Met haar kunstproject ‘Mien Grunneger Laand’ wil ze daar verandering in brengen. En tegelijk anderen laten zien hoe bijzonder Groningen is.
De verscheidenheid aan Groningse landschappen: die heeft Joyce Zwerver (31) misschien wel het meest verrast. Opgegroeid in Tolbert en sinds elf jaar woonachtig in de stad Groningen, kende ze eigenlijk maar een klein stukje van haar eigen provincie. Dus toen ze voor haar kunstproject ‘Mien Grunneger Laand’ aan de wandel ging, keek ze haar ogen uit. “Ik was bijvoorbeeld nog nooit in Ter Apel geweest”, vertelt ze in haar atelier aan de Groningse Van Leeuwenhoekstraat. “Wat een indrukwekkende bossen daar! Die had ik eerder in Drenthe verwacht. Het veenlandschap van de Doezumermieden vond ik ook heel bijzonder. Net als de zandvlaktes bij Noordlaren, de pingoruïnes bij Zevenhuizen en het wad bij Punt van Reide. En dan heb ik natuurlijk nog lang niet alles gezien.”
Onontdekt Groningen
In de eerste drie maanden van dit jaar maakte Zwerver in totaal twaalf wandelingen door Groningen, in elk van de tien gemeenten minstens één. Dat deed ze niet zomaar; die waren research voor haar kunstproject.
“In 2019 had ik met mijn vriend een half jaar door Azië en Nieuw-Zeeland gereisd. Eenmaal terug wilde ik net weer aan de slag gaan, toen de de corona-epidemie uitbrak. Nederland ging in lockdown, geplande kunstprojecten werden uitgesteld of gecanceld. Mijn werk bestaat vooral uit grootschalige installaties, die op locatie ontstaan. Daar was geen mogelijkheid meer voor, dus zat ineens ik dus hele dagen thuis.”
Om toch bezig te blijven, besloot ze met een andere kunstvorm te gaan experimenteren: fotocollages. Daarmee wil ze, net als met haar installaties, een ingreep doen in de omgeving, om zo bij de kijker iets teweeg te brengen. Maar dan op het platte vlak, in plaats van driedimensionaal. In eerste instantie gebruikte ze oude dia’s van haar ouders en foto’s van haar reis. Gaandeweg besloot ze het echter dichterbij huis te zoeken, want ook daar lag nog een onontdekte wereld.
“Vorige zomer zag ik een oproep voorbijkomen om mee te dingen naar een cultuurbeurs van de gemeente Groningen, het Hendrik de Vriesstipendium. Ineens viel het kwartje. Ik ga een voorstel indienen waarmee ik me in coronatijd artistiek kan verbreden én mijn eigen omgeving beter leer kennen, dacht ik. Dat werd ‘Mien Grunneger Laand’.”
Zwervers idee was om te voet de provincie te ontdekken en vervolgens één karakteristiek landschap te kiezen als inspiratiebron voor verschillende fotocollages en een installatie ter plaatse. De jury was net zo enthousiast over het plan als zij: ze won er afgelopen december het stipendium van 6000 euro mee (zie kader). De toekenning motiveerde haar om ook bij andere fondsen aan te kloppen, waaronder het Mondriaan Fonds en de Kunstraad Groningen. In totaal haalde ze zo 30.000 euro voor haar project op, genoeg om er minstens een jaar voltijd aan te kunnen werken.
Contrast
Van jongs af aan wist enig kind Zwerver dat ze wilde creëren, en met haar handen wilde werken. Het enthousiasme daarvoor kreeg ze met de paplepel ingegoten; haar (inmiddels gepensioneerde) ouders hadden een architectenbureau, bouwden hun eigen huis en maakten hun eigen meubels. Zij stimuleerden de altijd knutselende Zwerver om zich op haar 16e aan te melden voor de Vooropleiding Beeldende Kunst en Vormgeving van de Groningse Academie Minerva. In het laatste jaar van de havo maakte ze daar zestien zaterdagochtenden kennis met vakken als beeldende kunst, media, ontwerpen en kunstgeschiedenis. Vooral sculptuur en fotografie trokken haar, de disciplines die ook nu nog de kern van haar werk uitmaken.
Dankzij een positieve eindevaluatie kon ze direct doorstromen naar de vierjarige bachelor van Minerva, waar ze voor de richting autonome beeldende kunst koos. Daarna volgde nog een internationale master Painting aan het Frank Mohr Instituut, eveneens onderdeel van Academie Minerva. Mettertijd ging ze zich steeds meer toeleggen op enorme, minimalistische installaties, meestal gemaakt van één materiaal — bijvoorbeeld textiel, keramiek, latex of cement — en ook in één kleur. Daarbij laat ze zich inspireren door de locatie waar het kunstwerk komt te staan. “Zonder omgeving geen werk”, vat ze het krachtig samen. “Hoe ik een omgeving beleef, bepaalt wat ik eraan wil toevoegen. Ik doe een fysieke ingreep in een ruimte, met als doel te verrassen en te verwonderen, zowel door de omvang van mijn werk als door het materiaal dat ik gebruik. Vaak zoek ik het contrast op, bijvoorbeeld door een industriële ruimte met zacht materiaal in te pakken.”
Ook voor de verhoudingen in een werk laat ze zich door de omgeving leiden. Ze zoek houvast in bestaande elementen, zoals pilaren, ramen of tegels, en trekt de vormen, lijnen of afmetingen door in haar installaties. “Daarbij maak ik veel gebruik van de kracht van herhaling. Buiten is dat overigens lastiger dan binnen, want daar heb ik minder visuele houvast.”
Tegelijk biedt buiten werken, wat Zwerver pas sinds kort doet, ook nieuwe kansen. “Met kunst in de publieke ruimte kan ik veel meer mensen bereiken. Ook mensen die anders nooit in een museum of galerie komen. Zo plaatste ik installaties op en voor wandelpaden. Wandelaars moesten daar letterlijk doorheen om hun weg te kunnen vervolgen. En recent heb ik hoog op de wierde van Marsum, achter de Mauritiuskerk aldaar, een monumentale installatie gemaakt van knalgeel stijgerbuisgaas. Door de vorm en kleur van het werk hoop ik het publiek uit te dagen om de installatie te betreden en van daaruit op een andere manier naar de omgeving te kijken.”
Beleving
Met haar werk wil Zwerver niet zozeer een verhaal vertellen, als wel vormen en materialen laten spreken, en bezoekers laten ervaren wat die met ze doen. Vandaar ook, dat mensen haar installaties mogen aanraken, en er vaak in kunnen rondlopen. Daarmee verworden ze van aanschouwers tot deelnemers. “Ik wil ze bij mijn kunst betrekken en ze, liefst met al hun zintuigen, iets laten beleven. Zodat ze niet alleen met een beeld, maar met een totaalimpressie naar huis gaan. Dat maakt de ervaring intenser en vaak ook begrijpelijker.”
Hoe dat bij ‘Mien Grunneger Laand’ gaat uitpakken, is nog grotendeels de vraag. Op dit moment zit Zwerver namelijk middenin de creatiefase. “Ik heb zoveel mooie plekken gezien, dat ik heb besloten om mijn project flink uit te breiden. In plaats van één wil ik nu vier installaties creëren, die een plek moeten krijgen in — voor mij — kenmerkende Groningse landschappen: in het bos, in het veen, op de wierden en aan de kust. In aanloop daarnaartoe maak ik tal van collages van foto’s, die ik tijdens mijn wandelingen heb genomen. In eerste instantie voegde ik daar een driedimensionaal element aan toe, bijvoorbeeld garen, textiel of bladgoud. Maar al doende heb ik ervoor gekozen om een ruimtelijke dimensie te creëren met de foto’s zelf. Bijvoorbeeld door afbeeldingen op een bepaalde manier repeterend te vouwen. Daar ben ik nu volop mee aan het experimenteren. Net als bij mijn installaties kies ik bij mijn collages het liefst voor één vorm en een zo beperkt mogelijk aantal kleuren. Dat zorgt voor samenhang en rust.”
Ze combineert ook foto’s van verschillende locaties met eenzelfde, vaak abstracte thema. Denk aan markeringen, spiegelingen, lijnen, kleuren en structuren. Zo ontstaat er een enigszins vervreemdend beeld, dat je als kijker aan het denken zet. “Met mijn collages zoem ik in op details, met mijn installaties zoom ik juist uit. Op die manier vormen ze twee kanten van hetzelfde geheel. Het is een ontdekkingstocht hoe die zich uiteindelijk tot elkaar gaan verhouden.”
Routekaart
Eind 2021 presenteert Zwerver de eerste resultaten van ‘Mien Grunneger Laand’ bij Kunstpunt Groningen. Dat zullen in ieder geval de fotocollages zijn waar ze momenteel aan werkt, maar ook een zelfgecreëerde routekaart langs haar favoriete wandelplekken. “Door mensen daar letterlijk mee naartoe te nemen, wil ik ze laten ervaren hoe mijn collages zijn ontstaan. De bedoeling is dat ze onderweg ook mijn installaties gaan tegenkomen. Alleen staan die er pas op z’n vroegst in de loop van volgend jaar. Het heeft namelijk heel wat voeten in de aarde om kunstwerken in de openbare ruimte te plaatsen. Zelfs als die tijdelijk zijn! Op dit moment durf ik dus nog niet te zeggen hoe die precies vorm gaan krijgen.”
[Kader]
Hendrik de Vriesstipendium
Elk jaar stelt de gemeente Groningen twee Hendrik de Vriesstipendia beschikbaar voor jonge, talentvolle Groninger kunstenaars en kunstenaarscollectieven: één voor literatuur en één voor beeldende kunst. De stipendia bestaan uit een beurs van 6.000 euro (voor de literaire beurs is dit inclusief 2.500 euro voor een boekuitgave bij Uitgeverij Passage) en een coach ter waarde van maximaal 1.000 euro. De winnaars moeten het geld gebruiken voor het maken van nieuw werk. Inschrijven voor de 2021-stipendia kan nog tot 9 september, 12.00 uur. Meer informatie: gemeente.groningen.nl/cultuurstipendia.
Gepubliceerd in het Dagblad van het Noorden, zaterdag 31 juli 2021. Foto’s: Nienke Maat.