Alles over antibiotica

Antibiotica behoren tot de meest succesvolle medicijnen ter wereld. Eén probleem: hoe meer antibiotica we met z’n allen gebruiken, des te groter de kans dat ze straks niet meer werken. In het LUMC doen we er alles aan om dat koste wat het kost te voorkomen.

Bijna iedereen heeft er wel eens één gehad: een antibioticumkuurtje. Tegen een hardnekkige keel- of longontsteking bijvoorbeeld. Sinds de ontdekking ervan in 1928 hebben antibiotica letterlijk miljoenen levens gered. Niet voor niets noemen dokters ze wel belangrijkste medicijnen van de 20ste eeuw. Des te zorgelijker is het dat steeds meer ziekteverwekkende bacteriën ongevoelig worden voor antibiotica. Hoe kan dat? En valt het tij nog te keren?

Een steuntje in de rug
De meeste infecties (zoals een verkoudheid en de griep) worden veroorzaakt door virussen. Daar helpen antibiotica niettegen. Wel tegen bacteriële infecties. Ieder mens draagt miljoenen bacteriën bij zich. De meeste daarvan doen goed werk. In je darmen helpen ze bijvoorbeeld voedsel te verteren, en op je huid houden ze schadelijke indringers tegen. Maar bacteriën kunnen soms ook infecties veroorzaken, zoals een blaasontsteking of een maagzweer.
“Je eigen afweersysteem ruimt veel van die beginnende bacteriële infecties direct op”, vertelt internist-infectioloog Mark de Boer, voorzitter van de antibioticacommissie van het LUMC, en secretaris van de landelijke Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB). “Die gaan dus vanzelf over. Soms lukt dat echter niet, en verergert de infectie. Dan kunnen antibiotica uitkomst bieden. Dat zijn medicijnen die bacteriën doden of de groei ervan afremmen, zodat het lichaam de boosdoeners weer zelf aankan. Ze geven je natuurlijke afweer kortom een steuntje in de rug. Bij ernstige infecties zoals een zware longontsteking, een hersenvliesontsteking of bloedvergiftiging zijn antibiotica onmisbaar.”

Ongevoelig
Bacteriën zijn er van nature op uit om zo lang mogelijk te overleven. Als een antibioticum ze te lijf gaat, beginnen ze een tegenaanval. Ze wapenen zich bijvoorbeeld door het medicijn uit de cel te pompen, of door het uit te schakelen of af te breken. Ook kunnen bacteriën zichzelf zo veranderen, dat ze het antibioticum helemaal buiten de deur weten te houden. In het slechtste geval reageren ze totaal niet meer op de medicatie. De bacterie is dan resistent.
In Nederland schrijven artsen antibiotica alleen voor als het echt nodig is (zie kader). Maar in andere delen van de wereld, zoals Zuid- en Oost-Europa en Azië, geven dokters veel makkelijker antibiotica dan hier. De middelen zijn daar vaak zelfs zonder recept te koop. Hoe vaker een bepaald antibioticum wordt gebruikt, hoe meer kans een bacterie krijgt om een barricade tegen het middel op te werpen. Het gevolg is dat steeds meer bacteriën ongevoelig worden voor antibiotica.
Binnen Europa geeft Nederland het goede voorbeeld. Artsen schrijven hier namelijk de minste antibiotica voor: 10,8 dagelijkse doseringen per 1000 inwoners. Griekenland is het slechtste jongetje van de Europese klas, maar bijvoorbeeld ook in Frankrijk, België en Italië valt nog een wereld te winnen als het gaat om terugdringen van antibioticagebruik.

Maatwerk
Het resistent worden van bacteriën is een gevaarlijke ontwikkeling. In het ergste geval kan het betekenen dat er over een aantal jaren helemaal niets meer is te doen aan bacteriële infecties. “Zo ver is het gelukkig nog lang niet”, stelt Mark de Boer ons gerust. “Zeker in Nederland zijn de risico’s nog klein. Maar het is wel belangrijk dat we er met z’n allen de schouders onder zetten om te voorkomen dat het probleem groter wordt. Vanuit het LUMC doen we dat op verschillende manieren, bijvoorbeeld door zo zorgvuldig mogelijk om te gaan met de antibiotica die nog wél werken.”
Decennialang hadden artsen geen idee hoe risicovol het is om (te) veel antibiotica te gebruiken. Omdat ze hun patiënten zo goed mogelijk wilden helpen, namen ze vaak het zekere voor het onzekere. Ze behandelden ze dan met grof geschut: breed werkende antibiotica, die niet alleen de ziekteverwekker, maar ook andere (goede) bacteriën aanpakten. Het gevolg: bacteriën kregen vaker de kans om hun aanvaller te leren bestrijden. “We werken er nu hard aan om meer antibiotica-op-maat te gaan gebruiken”, legt De Boer uit. “Dat wil zeggen dat dokters gerichter kiezen voor het middel dat alléén de kwaadaardige bacterie aanpakt, en dat ze dat bovendien zo kort mogelijk geven.”
Het klinkt zo vanzelfsprekend, het juiste antibioticum op het juiste moment. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, aldus De Boer. Er is namelijk nog veel kennis nodig om te bepalen welk antibioticum je het beste wanneer aan een patiënt kunt voorschrijven. “Die vraag is vooral relevant bij de start van een behandeling, als je nog niet precies weet welke bacterie de veroorzaker is van een infectie, en of die misschien resistent is. Binnen het LUCM doen we er veel onderzoek naar hoe we juist in die fase slimmere keuzes kunnen maken. Met als doel: ervoor zorgen dat de middelen die we nu hebben ook in de toekomst hun werk kunnen blijven doen.”

Kuur afmaken!
Als je een antibioticum krijgt voorgeschreven, drukt de apotheker je op het hart om de kuur vooral af te maken. Dat heeft niets met resistentie te maken; je wordt niet eerder ongevoelig voor antibiotica omdat je vroegtijdig met de medicatie stopt. Maar als je de kuur niet afmaakt, kunnen er wél restjes van ziekmakende bacteriën in je lichaam achterblijven. Het gevolg: de infectie kan opnieuw oplaaien. Vandaar dus het advies om de kuur altijd te voltooien. Twijfel je over de lengte van de behandeling? Overleg dan met je arts en vraag hem waarom hij voor hiervoor heeft gekozen.

Koploper
Het LUCM loopt landelijk voorop met het ontwikkelen en toepassen van manieren om zo verantwoord mogelijk met antibiotica om te gaan. In het beleid, maar zeker ook in het onderwijs. Mark de Boer: “Iedere arts krijgt in zijn werk met infecties te maken, van kaakchirurgen tot gynaecologen. Vandaar dat we geneeskundestudenten vanaf het begin bewust maken van hoe ze antibiotica verstandig kunnen gebruiken. Daar investeren we hier tijd en energie in. Trouwens niet alleen bij studenten en specialisten in opleiding, maar ook in de nascholing van artsen. Want alleen als we het probleem gezamenlijk te lijf gaan, kunnen we er echt wat aan doen.”
Dat de aanpak van het LUMC best bijzonder is, blijkt wel uit het feit dat afgelopen jaren medewerkers van onder andere de Wereld Gezondheid Organisatie (WHO) en de Europese Unie zijn komen kijken hoe we hier met antibiotica omgaan. Verder leveren onze specialisten van de afdeling Infectieziekten landelijk een belangrijke bijdrage aan richtlijnen en nieuwe initiatieven met als doel het antibioticabeleid in heel Nederland te verbeteren.

Wat kun je zelf doen?
De enige manier om ervoor te zorgen dat bacteriën gevoelig blijven voor antibiotica is door heel zorgvuldig te zijn met het gebruik. Daar kun je zelf aan meewerken door:

  • nooit zonder recept (bijvoorbeeld via internet) antibiotica te kopen. Gebruik ze alleen op voorschrift van je dokter.
  • de medicatie in te nemen op de voorgeschreven tijden. Op die manier is er altijd  een juiste dosis antibioticum in je lichaam aanwezig.
  • nooit zelf de dosering aan te passen, bijvoorbeeld omdat je last hebt van bijwerkingen. Overleg daarover altijd met je dokter.
  • geen restjes antibiotica te bewaren voor ‘een volgende keer’.
  • eventueel overgebleven medicijnen niet bij het vuil te gooien of door het toilet te spoelen. Lever ze in plaats daarvan in bij de apotheek.
  • in het buitenland geen antibiotica te gebruiken die je zonder recept kunt kopen.

Gepubliceerd in LUMC Magazine #16, juni 2018.