De man in de spiegel

Een tentoonstelling met uitsluitend zelfportretten? Dat leek kunstenaar Sam Drukker wel wat narcistisch. Maar nu de honderd schilderijen van De man in de spiegel er hangen, is hij vooral trots. “Als ik mezelf schilder, durf ik meer te experimenteren.” 

Wanneer bent u met zelfportretten begonnen?
“Toen ik als tiener op de Groningse academie zat. Docent Ben van Voorn gaf ons de opdracht om een visueel dagboek bij te houden. Daarin tekende ik iedere avond wat ik die dag had beleefd. Op ongeveer elke vierde pagina dook ik zelf op. Eén van die  schetsboekje is ook op de tentoonstelling te zien. Vervolgens ben ik zelfportretten gaan schilderen. Deels uit gemakzucht, want ik was het enige model dat ik altijd bij de hand had. Eigenlijk ben ik daar nooit meer mee gestopt.” 

Hoeveel zelfportretten heeft u tot nu geschilderd?
“Voor de tentoonstelling De man in de spiegel heb ik een selectie gemaakt uit 180 werken. Directeur Harry Tupan vroeg me al een aantal jaren geleden dat te doen, maar in eerste instantie was ik er niet happig op. Voor je het weet ontstaat het beeld dat ik mezelf heel belangrijk vind. Terwijl het daar bij zelfportretten totaal niet om gaat. Integendeel, ik maak die om te oefenen, te proberen, te reflecteren. Het heeft niets met ego te maken.” 

Waarin verschillen uw zelfportretten van portretten van anderen?
“Als ik anderen schilderen, ben ik uit respect net iets voorzichtiger. Dat gebeurt ongewild, omdat je mensen niet wilt kwetsen. Heel irritant eigenlijk, want een schilderij wordt er meestal niet beter van als je rekening gaat houden met het model. Bij mijn zelfportretten heb ik daar natuurlijk helemaal geen last van. Dat maakt me vrijer om te experimenteren, bijvoorbeeld door mezelf met sterk tegenlicht te schilderen. Het hoeft niet mooi te worden, dus ik kan ook meedogenlozer zijn. Zelfportretten zijn kortom heel belangrijk voor mijn ontwikkeling als kunstenaar.” 

Hoe heeft u een selectie gemaakt?
“In eerste instantie wilde ik alleen de technisch beste schilderijen kiezen. Gaandeweg heb ik echter ook gekke en extreme werken geselecteerd. Juist omdat die de verschillende kanten van mijn kunstenaarschap laten zien. Een portret op een betonnen plaat bijvoorbeeld. Of een schilderij op goedkoop spaanplaat. De tegenstrijdigheid tussen het ruwe, doorleefde materiaal en de wonderlijke schoonheid van een portret, daar houd ik van. Het is een sensatie om alle werken nu bij elkaar te zien. Ook omdat tentoonstellingsontwerper Peter de Kimpe ze op een heel bijzondere manier heeft gegroepeerd. Het hoogtepunt vind ik de panoramawand met 25 schilderijen, die samen een vogelvlucht lijken te vormen. De spiegelwand ertegenover maakt het helemaal spectaculair.” 

Kunt u na zoveel zelfportretten nog onbevangen naar uzelf kijken?
“Uiteraard. De essentie van schilderen is dat je voor ieder werk weer bij nul begint. Omdat ik mijn eigen hoofd zo vaak heb geportretteerd, moet ik mezelf wel steeds meer uitdagen. Maar dat vind ik juist leuk. Ik wil mezelf blijven verrassen. Dat is ook de reden dat ik al veertig jaar niet meer op nieuwe doeken schilder, maar alleen op oude materialen, zoals hout, dekzeil, zonwering of legertenten. Ik weet vooraf niet precies hoe mijn verf en penselen daarop gaan reageren. Dat maakt het spannend. Ik wil niet alles in de hand hebben.” 

Tot slot: voor de gelijktijdige tentoonstelling Unlimited heeft u ook veertig zelfportretten van andere schilders gekozen.
“Het was echt een feest om te mogen neuzen in de ruim 350 zelfportretten die het Drents Museum bezit. Daar zit zoveel moois tussen. Ik heb een heel brede selectie gemaakt; het vroegste werk is van Willem van Konijnenburg uit 1886, het meest recente van Dolly Poynton uit 2021. De gekozen werken zijn óf technisch subliem óf bijzonder grappig óf radicaal vernieuwend. Als je als kunstenaar een idee hebt, moet je dat vol overgave tonen, vind ik.” 

[Kader]
Kunstenaar Sam Drukker (1957) groeide op in Assen en studeerde aan de Groningse Academie Minerva. Hij woont en werkt in Amsterdam, waar hij ook lesgeeft aan de Wackers Academie. Drukker schildert bijna uitsluitend mensen. Zijn eerste museale tentoonstelling, Dames en heren, was in 1999 in het Drents Museum. 23 jaar later is hij terug met de tentoonstelling Sam Drukker – De man in de spiegel, te zien tot en met 17 juli. Daarnaast selecteerde Drukker voor de tentoonstelling Unlimited – Zelfportretten uit de eigen collectie veertig zelfportretten van andere schilders. Te zien in het Drents Museum tot en met 4 september. Gelijktijdig toont Museum Jan in Amstelveen tot en met 26 juni Sam Drukker – Onderweg, een tentoonstelling met schilderijen gemaakt tussen 2010 en 2021. 

Gepubliceerd in Drents Museum Magazine, voorjaar 2022. Foto: Sake Elzinga.