Van stappentellers tot yogalessen, van medicijnwekkers tot mental coaches: wereldwijd zijn er meer dan 400.000 apps die beweren dat ze je gezondheid bevorderen. Elke dag komen er bovendien een paar honderd bij. Hoe vind je in dat overweldigende aanbod je weg en kies je een app die betrouwbaar is?
Gezondheidsapps zijn er in alle soorten en maten. Verreweg de grootste groep biedt handvaten om je leefstijl te verbeteren. Denk aan hulpjes om meer te bewegen, gezonder te eten, minder te piekeren of beter te slapen. Maar er is ook een groeiende groep apps die mensen met een chronische aandoening helpt bij het managen van hun ziekte. Bijvoorbeeld een app waarmee diabetespatienten hun bloedglucosewaarden registreren en met hun zorgverleners delen, of een app waarin reumapatiënten bijhouden hoe hun klachten zich ontwikkelen.
Geen bewijs
Hartstikke handig natuurlijk, al die digitale hulpmiddelen. Ze geven ons als gebruikers de tools om meer zicht en grip te krijgen op onze gezondheid(sklachten). Maar er zit wel een addertje onder het gras. Er is namelijk nauwelijks iets bekend over de betrouwbaarheid van al die zelfbenoemde gezondheidsapps.
“De effectiviteit van verreweg de meeste apps is nooit goed onderzocht”, bevestigt huisarts en hoogleraar e-health toepassingen Niels Chavannes. “Veel ervan zijn in de eerste plaats ontwikkeld om geld te verdienen, niet om een gezondheidsprobleem op te lossen. Ze doen allerlei claims, bijvoorbeeld dat je er beter door gaat slapen, zonder dat daar enig bewijs voor is.”
Dat is al vervelend genoeg bij leefstijlapps. Maar als het gaat om medische apps, bijvoorbeeld die beweren diagnoses te kunnen stellen, is het volgens Chavannes zelfs ronduit gevaarlijk. “Zo was er een app waarmee je je bloeddruk kon meten door enkel je telefoon tegen je borstbeen te houden. Klinklare onzin natuurlijk; bij 80 procent van patiënten met een te hoge bloeddruk gaf de app aan dat er niets aan de hand was. Maar voor je het weet minderen mensen naar aanleiding van zo’n uitslag wel hun medicijnen, of stoppen ze er zelfs mee.”
Checklist
Chavannes stond vorig jaar mede aan de wieg van het National eHealth Living Lab (NeLL), een initiatief van het Leids Universitair Medisch Centrum, waarin alle landelijke e-health-initiatieven moeten samenkomen. De onderzoekers van het NeLL houden zich onder andere bezig met de betrouwbaarheid van apps. “We kunnen die natuurlijk niet allemaal testen en keuren”, erkent Chavennes. “Bovendien loop je met zo’n grote aanwas van nieuwe apps per definitie achter de feiten aan. Vandaar dat we werken aan een checklist voor bouwers. Daarin staan dingen als: zijn de eindgebruikers bij de ontwikkeling betrokken? Is er een effectmeting gedaan? Op die manier hopen we hen te stimuleren om zorgvuldiger te werk te gaan. Apps die al aan die eisen voldoen krijgen straks waarschijnlijk een soort vinkje, zodat het voor consumenten gemakkelijker wordt om een betrouwbare toepassing te kiezen.”
Gezond verstand
Vooruitlopend daarop zijn er al verschillende initiatieven die burgers helpen om hun weg in het app-bos te vinden. De GGD AppStore bijvoorbeeld (zie kader), waar het NeLL nauw mee samenwerkt. Hierin vind je uitsluitend apps die de toets der kritiek van GGD-professionals hebben doorstaan. Zodat je als gebruiker weet: hiermee zit ik goed.
Een ander initiatief is de website DigitaleZorggids.nl van Patiëntenfederatie Nederland, de koepelorganisatie van meer dan 200 patiëntenverenigingen. Die site geeft informatie over wat digitale zorg is en wat voor diensten er allemaal bestaan. Ook kun je zoeken op specifieke producten — waaronder apps — en aandoeningen.
In tegenstelling tot de GGD AppStore geeft de patiëntenfederatie geen waardeoordeel over de vermelde toepassingen. Wel hebben patiënten, zorgexperts en zorgverleners de mogelijkheid zelf een beoordeling achter te laten.
“Het beste advies dat ik kan geven is om bij het kiezen van een app je gezonde verstand te gebruiken”, aldus Marcel Heldoorn, manager digitale zorg bij Patiëntenfederatie Nederland. “Installeer niet klakkeloos een applicatie. Check bijvoorbeeld of een app samen met een artsen- of patiëntenvereniging is ontwikkeld. Als dat niet duidelijk in de app staat, kun je er naar googelen. Of vraag je zorgverlener of die bekend is met de app.”
Privacy
Ook belangrijk: geef zeker niet zomaar toestemming om al je persoonlijke gegevens te delen. Vraagt een app daar toch om? Bedenk dan goed of dat wel logisch en noodzakelijk is. “Voor een stappenteller heeft een app-bouwer bijvoorbeeld echt geen telefoonnummer nodig”, zegt Heldoorn. “Laat staan je medische informatie. Let dus goed op wat hierover in de algemene voorwaarden staat voor je een app downloadt.”
Tot slot geeft hij nog een waarschuwing: gratis apps blijken in de praktijk lang niet altijd echt gratis, omdat je bij het gebruik ervan ineens allerlei in store aankopen moet doen. Toch moeten mensen zich volgens hem door al deze kritische kanttekeningen niet laten weerhouden om gezondheidsapps te gebruiken. “Als je een beetje verstandig te werk gaat, kun je er veel baat bij hebben.”
[Kader]
Hoe doet die app dat?
Het lijkt wel soms wel magie, apps op je telefoon of tablet die meten hoeveel je loopt of hoe hoog je hartslag of bloeddruk is. Het tellen van het aantal stappen is simpel verklaard: aan de hand van een bewegingssensor berekent de app hoe vaak u de ene voet voor de andere zet. Maar bij bijvoorbeeld het meten van de hartslag wordt het al ingewikkelder. De apps die dat bijhouden, maken meestal gebruik van de camera op de telefoon of tablet. Door je vinger daarop te leggen, zou je hartslag gemeten kunnen worden. Een foto van het gezicht zou de doorbloeding van de huid en daarmee de hartslag kunnen bepalen. Het is echter zeer de vraag hoe betrouwbaar deze methodes zijn. Hetzelfde geldt voor apps die de bloeddruk meten (waarvoor je overigens een losse bloeddrukmeter nodig hebt, die je in je smartphone of tablet-pc kunt steken).
Denkt u erover om dit soort waarden op uw telefoon of tablet te gaan bijhouden? Overleg dan altijd eerst met uw (huis)arts over welke apps geschikt zijn.
[Kader]
GGD Appstore
De 25 GGD’s in Nederland hebben samen met verschillende kennisinstituten en patiënten- en consumentenorganisaties een eigen AppStore in het leven geroepen. Het doel: een begrijpelijk en transparant overzicht geven van betrouwbare gezondheidsapps en -websites. Op basis van eigen kwaliteitscriteria testen GGD-professionals verschillende apps op bijvoorbeeld gebruikersvriendelijkheid, functionaliteit en privacy. Alleen de apps die aan de eisen voldoen, komen in de GGD AppStore terecht. Je kunt daarin zoeken op categorie of op trefwoord. Bij iedere app staat kort en duidelijk beschreven voor wie die bedoeld is en waarvoor je hem kunt gebruiken. Daarnaast zie je in één oogopslag hoe die scoort op de verschillende criteria.
ggdappstore.nl
[Kader]
Betrouwbare leefstijlapps
Op zoek naar een betrouwbare app die je helpt je leefstijl te verbeteren? Deze vijf zijn door de professionals van de GGD getest en goed bevonden:
- Mijn Eetmeter van het Voedingscentrum is een eetdagboek om je voedingspatroon in kaart te brengen. Verder geeft de app aan hoeveel calorieën er in een product zitten. Je kunt ook bijhouden hoeveel je dagelijks beweegt.
- Thuisarts van het Nederlandse Huisartsen Genootschap biedt veel betrouwbare informatie over ziekte en gezondheid. Je kunt een medicatieherinnering instellen en een dagboek van je bezoeken aan de huisarts bijhouden.
- De Sleep Cycle Alarm Clock (Engelstalig) kun je gebruiken om je slaap te monitoren en je op het best mogelijk tijdstip te laten wekken. Aan de hand van de geluiden die je maakt, berekent de app hoe diep je slaapt.
- De Stilzitten App helpt je om te mediteren met behulp van je telefoon en eventueel een paar oordopjes. Aan de hand van geleide en stille meditaties word je stap voor stap meegenomen. Geschikt voor beginners.
- Untire helpt (ex-)kankerpatiënten met een stap-voor-stap zelfhulpprogramma om hun energie terug te krijgen. Er is ook een online community met lotgenoten.
Bron: GGD AppStore
[Kader]
UIT DE PRAKTIJK
Twee jaar geleden kreeg Angelique Komen (1965) van haar gezin voor haar verjaardag een activity tracker in horlogevorm. In de bijbehorende app checkt ze (bijna) dagelijks of ze wel genoeg beweegt.
“Mijn dochter van toen 19 had een FITBIT en was daar enthousiast over. Dat is ook iets voor mijn moeder, dacht ze. Zo ontstond het idee voor het cadeau. Zelf had ik er denk ik niet snel één gekocht. Maar toen ik mijn activity tracker eenmaal had, begon ik het steeds leuker te vinden om mijn leefstijl in de gaten te houden. Twee jaar later doe ik dat dus nog steeds. Ik weet precies hoeveel stappen ik per dag zet, hoeveel trappen ik loop, hoeveel tijd ik sport en zelfs hoe lang en hoe diep ik slaap. Om mezelf te stimuleren, heb ik ook targets ingesteld. Zo wil ik minimaal vijf keer per week mijn dagelijkse doel van 6000 stappen overtreffen. Elke keer als dat lukt, gaat mijn telefoon trillen en verschijnt er vuurwerk op mijn beeldscherm. Ik ben nogal resultaatgericht, dus dan ben ik als een kind zo blij. Natuurlijk weet ik wel dat ik mezelf daarmee een beetje voor de gek houd. Maar als die beloning werkt, waarom dan niet? Want ik weet zeker dat ik nu bijvoorbeeld meer wandel dan twee jaar geleden. Zo doe ik meer lopend boodschappen, in plaats van dat ik de auto neem. Toen mijn FITBIT laatst kapot ging, miste ik hem ook echt. Meteen laten repareren dus. Ik wil niet meer zonder.”
Verschenen in ZIN 13, november 2019. Foto: pexels.com.