Dossier burn-out

1 op de 7 Nederlanders heeft naar eigen zeggen burn-outklachten. Onder jongeren is dat zelfs 1 op de 5. En het aantal neemt toe. Reden voor — nog meer — stress?

Waar hebben we het eigenlijk over?
Psychiater en stressonderzoeker Christiaan Vinkers van het Amsterdam UMC, schrijver van het boek Even slikken — De zin en onzin van antidepressiva: “Dat is meteen een ingewikkelde vraag. Een burn-out is namelijk geen erkende ziekte. Dat maakt het voor huisartsen, psychologen en psychiaters soms lastig om de aandoening feitelijk vast te stellen. In algemene zin kun je stellen dat iemand met een burn-out geestelijk en lichamelijk uitgeput is. Andere klachten die vaak voorkomen zijn: slecht slapen, prikkelbaar of snel emotioneel zijn, niet tegen drukte kunnen, veel piekeren, een opgejaagd gevoel, concentratieproblemen en vergeetachtigheid. Ook lichamelijke problemen zoals hoofdpijn, hartkloppingen en buikpijn spelen een rol.”
Wat is het verschil tussen overspannenheid en een burn-out?
“Overspannenheid wordt gezien als het voorstadium. Wanneer de klachten langer dan zes maanden aanhouden en iemand daardoor veel minder goed functioneert in het dagelijkse leven, spreek je van een burn-out.”
En tussen een burn-out en een depressie?
“Ook die vraag is moeilijk te beantwoorden, want de scheidslijn is niet hard. Veel klachten komen bij beide aandoeningen voor. Een burn-out kan ook overgaan in een depressie. Bij een depressie staan de somberheid en het niet meer kunnen genieten centraal. Dat lijkt bij een burn-out wat minder te spelen. Maar het is mijns inziens maar de vraag of er echt sprake is van twee aparte ziektes.”
Ligt de oorzaak van een burn-out altijd in het werk?
“Dat hoeft niet. Ook mantelzorg kan tot een burn-out leiden. Of ernstige problemen met je partner of kinderen. Of iemand een burn-out krijgt, hangt niet alleen af van de omstandigheden, maar ook van persoonlijkheid en genen. Sommige persoonlijkheidstrekken, zoals perfectionisme, controledrang en faalangst, vergroten de kans op een burn-out.”
Hoe zit het met aanleg? Is een burn-out erfelijk?
“Ja, want stressgevoeligheid is in zekere mate erfelijk. Ook depressie — waarmee burn-out dus overlapt — heeft een erfelijke component., Maar dat betekent nog niet dat als een direct familielid een burn-out heeft, jij die er op den duur ook wel zal krijgen.”

Cijfers

  • In 2018 gaf ruim 17 procent van de werknemers van 15 tot 75 jaar aan zich minstens een paar keer per maand psychisch vermoeid te voelen door het werk, 6 procent meer dan tien jaar eerder. 
  • De meest voorkomende klacht is dat men zich leeg voelt aan het einde van een werkdag: 30 procent van de werknemers heeft daar last van. Daarnaast voelt bijna 20 procent van de werknemers zich ’s ochtends moe als ze naar het werk gaan. 
  • Mensen in loondienst ervaren deze klachten bijna twee zo vaak als zelfstandig ondernemers.
  • Werknemers van 25 tot 35 jaar waren met bijna 20 procent het vaakst psychisch vermoeid door het werk, gevolg door 55- tot 65-jarigen. 
  • Burn-outklachten komen het meest voor in het onderwijs (23 procent) en in de ICT (19 procent) en het minst in de landbouw (11 procent) en de recreatie (14 procent).
  • In 2017 kreeg het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten 1.962 meldingen van overspannenheid en burn-out, 42 procent van het totaal aantal meldingen van beroepsziekten (4.619).
    Bron: CBS/TNO, Nationale Enquete Arbeidsomstandigheden 2018 / Centrum voor Beroepsziekten

Jong, succesvol en opgebrand
Een burn-out is toch iets van de sandwichgeneratie? Van veertigers die een drukke baan met een jong gezin en de zorg voor hun hulpbehoevende ouders combineren? Zeker niet van kinderloze twintigers met leuk werk en een druk sociaal leven. Althans, dat zou je denken. De werkelijkheid blijkt anders. Sinds een jaar of vijftien lopen jonge(re) mensen namelijk een groter risico om op te branden dan ‘midlifers’. Vooral werknemers tussen de 25 en de 35 hebben het zwaar, becijferde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Van de vrouwen uit die groep ervaart 21,8 procent burn-outverschijnselen, tegen 20,1 procent van de mannen. Deze werkende jongeren rapporteren méér burn-outklachten dan hun collega’s tussen de 35 en de 55. Hoe kan dat?
‘Daar is geen simpel antwoord op’, zegt psychotherapeut Carien Karsten, schrijver van meerdere boeken over stress en burn-out. In haar meest recente, Minder druk, gericht op  adolescenten tussen de 15 en 25, gaat ze in op de stressverschijnselen waar driekwart (!) van de jongeren mee worstelt. ‘Jonge mensen zijn ongelofelijk druk. Ze hebben niet alleen een volle agenda, maar ook een vol hoofd. De verwachtingen die ze van zichzelf hebben, zijn torenhoog. Ze moeten alles doen, alles kunnen. En ze willen niets missen. Daar komt bij dat de wereld tegenwoordig via sociale media 24 uur per dag meekijkt. Als ze niet het perfecte leven leiden, voelt dat als falen. Dat geeft nog meer druk om te presteren en succesvol te zijn. Het gevolg: jongeren staan altijd in de vijfde versnelling. Er is geen tijd en ruimte meer om af en toe even pauze te nemen en van die stress te herstellen.”
Ook de veranderende opvoeding speelt volgens Karsten een rol. Vroeger gaven ouders duidelijk richting aan hun kinderen — je sloeg het pad in dat zij van je verwachtten. Tegenwoordig is dat anders. ‘Als je maar gelukkig bent’, zeggen ouders. Hoe goed bedoeld ook, daarmee geven ze kinderen de boodschap dat ongelukkig zijn gelijkstaat aan mislukken. ‘In mijn praktijk zie ik veel millennials die in hun eerste baan meteen succes willen hebben en het verschil willen maken. Lukt dat niet, dan gaan ze hup door naar een andere baan. Alles om de vernedering te vermijden van dat je niet goed genoeg bent.’
Carien Karsten, Minder druk — Herken jouw valkuilen en voorkom burn-out (Kosmos 2019, € 15,00).

Help!

  • 48 procent van de opgebrande werknemers krijgt hulp van bedrijfsarts, 42 procent van een persoonlijke coach en 30 procent de huisarts.
  • De behandelingen/oplossingen zijn heel divers, bijvoorbeeld: 
    • Aanpassing werktijden (46 procent)
    • Sporten (29 procent)
    • Medicatie (27 procent)
    • Mindfulnesstraining (17 procent)
    • Yoga (17 procent)
    • Begeleiding psychiater/psycholoog (10 procent)
    • Ontslag of andere baan (3 procent).
      Bron: Nationaal Salaris Onderzoek 2017.

Door een burn-out kwam HR-manager Angelique Komen (53) in 2013 zes maanden thuis te zitten. In totaal duurde het wel twee jaar voor ze haar energie en zelfvertrouwen helemaal terughad.
“De combinatie van stress op mijn werk én thuis deed me uiteindelijk de das om. Op kantoor liep ik bij collega’s steeds tegen een muur op, waardoor ik weinig voor elkaar kreeg. Heel frustrerend. Uit loyaliteit ploeterde ik door. Tegelijkertijd kwamen thuis mijn twee tienerkinderen in de knel. Zowel mijn dochter als mijn zoon bleken PDD-NOS te hebben. Op school konden ze zich moeilijk staande houden en ook thuis was er veel spanning en boosheid. Ondanks alle mogelijke hulp kwamen ze allebei langdurig thuis te zitten. Ik voelde me zo machteloos. In combinatie met de problemen op mijn werk putte de situatie me volledig uit. Ik was constant moe, had concentratieproblemen, kreeg een kort lontje. Er kwam niets meer uit mijn handen. Op een gegeven moment kon ik tijdens een overleg met een collega alleen nog maar huilen. Toen heb ik me eindelijk ziek gemeld.
Een flinke burn-out, luidde de diagnose. Ik dacht: als ik zes weken bijslaap, is alles weer goed. Het liep anders. In totaal heb ik zes maanden thuis gezeten. Daarna heeft het negen maanden geduurd voordat ik mijn oude 32 uur kon werken, en nog langer voor ik weer helemaal mezelf was. Op advies van mijn leidinggevende ben ik in eerste instantie in een lagere functie teruggekomen. Hoe moeilijk ook, dat was het juiste besluit. Zo kon ik sneller zelfvertrouwen opbouwen en weer doorgroeien naar mijn oude niveau.
Tijdens mijn burn-out hielp een psycholoog me om de lichtpuntjes in mijn leven te zien. Maar het meest heb ik gehad aan de steun van mijn familie en vrienden, die altijd voor me klaar stonden. Om beurten gingen ze bijvoorbeeld met me wandelen. Verder heb ik mijn werk bewust een minder grote rol in mijn leven gegeven. Als tegenwicht ben ik bijvoorbeeld een cursus Italiaans gaan doen. In de loop van de tijd ging het met mijn kinderen gelukkig ook beter, waardoor ik daar minder stress over had.
Doordat ik meer tijd voor mezelf en mijn naasten maak, is mijn leven beter in balans. Zo kan ik meer aan. Hoewel ik nog steeds de neiging om te veel hooi op mijn vork te nemen, herken ik het nu snel als ik in de stress schiet. Dan trap ik gelijk op de rem. Bang voor een nieuwe burn-out ben ik niet. Ik heb geleerd dat ik er, ook als het even moeilijker gaat, sterker uitkom.”

Epidemie of hype?
Door de stijgende burn-outcijfers lijkt er in Nederland sprake van een ware epidemie. Maar psychiater en stressonderzoeker Christiaan Vinkers relativeert dat beeld. “Mensen die worstelen met burn-out hebben daar echt veel last van”, benadrukt hij. “Maar we moeten onszelf ook geen angst aanpraten De cijfers gaan een beetje op en neer. Van een gigantische stijging is zeker geen sprake. Bovendien kijken de meeste onderzoeken naar zelfgerapporteerde burn-outklachten. Wat de een als stressvol ervaart, is dat voor de ander niet. Dat maakt het heel moeilijk om hier harde uitspraken over te doen.”
Ieder mens krijgt vroeg of laat met met stress te maken, aldus Vinkers. En we lopen allemaal op een gegeven moment tegen onze grenzen aan. “Die zoektocht naar balans hoort bij het leven.
Als je langdurig te veel stress hebt, dan kan dat zeker grote negatieve gevolgen hebben. Maar dat probleem is van alle tijden. Het verschil is dat we er nu — gelukkig — meer en makkelijker over praten. Dat juich ik van harte toe. Het is echter nog geen reden om bang te worden voor te veel stress en overbelasting.”
Inmiddels is er volgens Vinkers een heuse burn-outindustrie van zelfhulpboeken en coaches ontstaan. “Als die iemand helpen, prima. Maar wetenschappelijk bewijs is daar zelden voor. In plaats met de zoveelste alarmerende krantenkop of burn-outgoeroe te komen, pleit ik er daarom voor het fenomeen burn-out eerst eens grondig te onderzoeken. Als we beter snappen wat er speelt en wat echt werkt, kunnen we mensen met stressgerelateerde klachten veel doeltreffender helpen. Daar hebben mensen die worstelen met burn-out veel meer aan.” 

LESSEN VAN BURN-OUT
Iemand die uit eigen ervaring over het onderwerp kan meepraten is journalist Annegreet van Bergen. Zij schreef het succesvolle boek Lessen van burn-out, waarvan ze al meer dan 45.000 exemplaren verkocht. ‘Je hoort mensen soms op een graftoon verkondigen dat je na een burn-out nooit meer de oude wordt’, zegt Annegreet. ‘Dat is maar goed ook, denk ik dan. Mijn oude ik, van vóór de burn-out, stelde geen grenzen en legde de lat veel te hoog. Nu ben ik veel relaxter en trouwer aan mezelf. Een grote vooruitgang.’
Annegreets belangrijkste lessen:  

  1. Vermoeidheid is geen nederlaag
    “Ik was zo iemand voor wie het nooit goed genoeg was. Dus ploeterde ik na een lange werkdag ‘s avonds gewoon door. Oók als ik doodop was. Want vermoeidheid was voor losers. Inmiddels weet ik beter. Als ik nu moe ben, herken ik dat als een signaal dat ik rust moet nemen. Schuldig voel ik me daar nooit over. Integendeel: ik vind dan dat ik dat heb verdiend.” 
  2. Successen moet je vieren
    “Ik heb de mazzel dat verschillende van mijn boeken bestsellers zijn geworden. Maar daarvan genieten vond ik lang lastig, omdat ik in mijn hoofd altijd alweer bezig was met het volgende project. Nu neem ik meer tijd om stil te staan bij mijn successen, grote én kleine. Wat helpt is dat ik een dagboek bijhoud waarin ik dagelijks opschrijf wat ik heb gedaan. Als ik daarin teruglees, ben ik vaak aangenaam verrast.”
  3. Wees je eigen maatstaf
    “Het gaat er niet om of je beter bent dan anderen, maar of je beter bent dan je eigen, vroegere ik. Maak regelmatig de balans op: welke stappen heb ik gezet? Passen die bij mij? Daar kom je veel verder mee dan jezelf eindeloos vergelijken. Ook hierbij helpt een dagboek trouwens.”
    Annegreet van Bergen, De lessen van burn-out (Atlas Contact 2016, € 20,99).

Meer vrouwen dan mannen
Vrouwen hebben iets vaker last van burn-outklachten dan mannen: in 2018 18,1 versus 16,4 procent, becijferde het CBS. Jaap van Muijnen, onderzoeker bij Nyenrode Business universiteit, denkt dat dat komt omdat vrouwen veel ballen tegelijkertijd hoog moeten houden. Naast dat zij vaak (parttime) werken, voelen ze zich ook verantwoordelijk voor de opvoeding van de kinderen, het huishouden en eventueel mantelzorg van hun ouders. Daarnaast hebben spanningen en stress een andere psychische en lichamelijke impact op vrouwen dan op mannen. Over het algemeen trekken vrouwen emotionele gebeurtenissen, zowel op de werkvloer als in de sociale kring, zich meer aan. Het CBS constateerde verder dat vrouwen vaker onder hoge druk moeten werken: precies doen wat de baas zegt, op het moment en op de manier dat hij het wil. Een goed recept voor een burn-out, blijkt keer op keer uit onderzoek.

Verder lezen

  • Omgaan met burn-out — Preventie, behandeling en reïntegratie. Klassier van psychotherapeut en coach Carien Karsten, waarvan sinds het verschijnen twintig jaar geleden meer dan 50.000 exemplaren zijn verkocht. Het boek geeft uitleg over de geestelijke en lichamelijke oorzaken van een burn-out en biedt praktische tips voor herstel en het voorkomen van een terugval. (Kosmos 2012, € 20,99). Er is ook een werkboek: Uit je burn-out — een 30 dagen programma (Kosmos 2017, € 15). 
  • Sociaal psycholoog en yogadocent Nienke Thurlings, oprichter van jongburnout.nl, kreeg op haar 24ste een burn-out. Ze gebruikt haar ervaringen om jonge mensen te coachen in het omgaan met het digitale tijdperk en de prestatiemaatschappij. Ze schreef er het boek Jong burn-out over (Altamira 2018, € 18,99), met testjes en oefeningen om uit te vinden wat echt bij je past. 
  • In Burn-out Dagboek geeft striptekenares Maaike Hartjes aan de hand van tekeningen en collages een inkijkje in het verloop van haar burn-out (Nijgh & Van Ditmar 2018, € 25,99).
  • Voor Nog niet gevloerd — Overeind blijven als je bijna burn-out bent sprak Mariska Cornelissen met ervaringsdeskundigen en leidinggevenden over de fase voorafgaand aan een  burn-out. Wat kunnen we van hen leren om een definitieve uitval te voorkomen? (Uitgeverij Lente 2019, € 20,99).

Gepubliceerd in Radar+, oktober 2019. Foto door Maksim Goncharenok via Pexels.