Zien roken doet roken. Vandaar dat het zo ongelofelijk belangrijk is dat kinderen zo min mogelijk mensen een sigaret zien opsteken. Dus ook niet op een terrasje of tijdens het wandelen met de hond. Stoppen met roken loont altijd, voor kinderen én voor jezelf.
Wanda de Kanter, longarts in het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam, schreef met haar collega Pauline Dekker de bestseller Nederland stopt! Met roken.
“Het verbaast mensen altijd als ik vertel dat ik zelf 36 jaar heb gerookt. Net als veel andere rokers dacht ik: dan ga ik maar dood. Natuurlijk wilde ik dat niet echt; het was de verslaving die sprak.
De meeste rokers staan er niet bij stil wat er allemaal in een sigaret zit. Aceton bijvoorbeeld, het oplosmiddel in nagellakremover. En methanol, een soort alcohol, gebruikt voor antivries. In totaal bevat een sigaret wel duizend giftige stoffen die schade aan cellen en weefsels toebrengen. Elk trekje weer.
De gevolgen liegen er niet om. Twee van de drie verstokte rokers overlijdt aan de directe gevolgen van het roken. Er sterven jaarlijks méér vrouwen aan longkanker dan aan borstkanker. In totaal is 30 procent van alle kankerdoden het gevolg van roken; behalve op longkanker neemt ook het risico op bijvoorbeeld keel-, blaas- en alvleesklierkanker door roken toe. Een op de drie rokers ontwikkelt hart- en vaatziekten, een op de vijf krijgt de longziekte COPD. Een kwart van alle dementie komt door roken. De lijst ellende is schier eindeloos.
Gelukkig is er ook goed nieuws, namelijk dat stoppen altijd zin heeft. Natuurlijk hangt het er vanaf hoe lang en hoeveel je hebt gerookt, maar gemiddeld is de kans op hart- en vaatziekten binnen vijf jaar weer op het oude niveau. En al wordt het risico op longkanker nooit meer gelijk aan dat van iemand die nooit heeft gerookt, het gaat als je stopt in ieder geval drastisch omlaag.
Bij mij ging de knop negen jaar geleden om, toen mijn tienerdochter mij ’s nachts met een sigaret betrapte. ‘Niemand weet beter hoe dodelijk het is’, zei ze. ‘Wil je dan geen moeder meer voor me zijn?’ Daarna heb ik geen sigaret meer aangeraakt. Makkelijk was dat trouwens niet; ik wist zelf dat je aan een paar sigaretten al zo verslaafd kon zijn.”
Gepensioneerd verslavingsarts Trudi Tromp-Beelen, tot 2016 werkzaam bij de Jellinek Kliniek in Amsterdam, was betrokken bij de ontwikkeling van de richtlijn voor behandeling van tabaksverslaving.
“Tot mijn frustratie worden rokers vaak gezien als ruggengraatloze slappelingen. Volkomen onterecht. Een tabaksverslaving is qua heftigheid namelijk vergelijkbaar met een verslaving aan sommige harddrugs, zoals heroïne. Jaarlijks overlijden er zo’n 20.000 Nederlanders aan de directe gevolgen van roken, oftewel 55 per dag. Dat zijn er méér dan door drank, drugs, misdaad en verkeer bij elkaar. Een kwart van de rokers haalt zijn of haar pensioen niet.
Hoe verslavend een middel is, hangt onder andere af van hoe snel en hoe lang het werkt. Inhaleren is de meest doeltreffende manier om drugs in te nemen; binnen zeven tot tien seconden bereikt nicotine je hersenen. Bovendien breekt het lichaam nicotine snel af, waardoor je gauw behoefte krijgt een nieuwe sigaret.
Jaarlijks doen zo’n 1 miljoen rokers een stoppoging. Meer dan 90 procent daarvan begint binnen een jaar weer. Vaak hebben mensen dus meerdere pogingen nodig om te stoppen. De grootste kans van slagen heb je als je nicotinevervangers of bepaalde geneesmiddelen combineert met professionele begeleiding door bijvoorbeeld de praktijkondersteuner van de huisarts. Nicotinevervangers koop je meestal in de vorm van pleisters. Daarnaast bestaan er (recept)middelen, zoals Zyban, Notrilen en Champix, die de hunkering naar nicotine verminderen. Dat schept ruimte in je hoofd om jezelf nieuw gedrag aan te leren. Maar ook dat is niet gemakkelijk. Vandaar het nadrukkelijke advies om dat met hulp van een professional te doen. Helaas weet maar een klein deel van de wensstoppers de weg naar de hulpverlening te vinden.
Over het gebruik van een e-sigaret heb ik ene dubbel gevoel. Ze zijn weliswaar minder schadelijk, maar de nicotineverslaving blijft. Bovendien weten we nog niet of de dampen uit een e-sigaret op de lange duur niet ook kwalijk zijn. Overigens heeft een grote sigarettenfabrikant in 2017 de Heatstick op de markt gebracht. Dat is een variant op de e-sigaret, maar dan mét tabak. Daarmee ben je dus weer terug bij af.”
Chemicus Reinskje Talhout is topexpert tabak bij het Centrum voor Gezondheidsbescherming van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
“In de jaren ’60 bracht een Amerikaanse tabaksproducent een sigaret op de markt, die was voorzien van minuscule gaatjes in het filter. Het idee was dat de extra lucht die door die gaatjes trekt de rook verdunt. Daardoor zouden rokers minder teer, nicotine en koolmonoxide binnenkrijgen. Andere fabrikanten volgenden al snel, en nu hebben vrijwel alle sigaretten van die gaatjes. Maar ‘gezonder’ zijn ze zeker niet, weten we inmiddels. Rokers passen namelijk — bewust of onbewust — hun gedrag aan, om toch dezelfde hoeveelheid nicotine binnen te krijgen. Ze nemen vaker of langere trekjes, inhaleren dieper of gaan zelfs meer sigaretten op een dag roken. Ook bedekken ze tijdens het roken een deel van de ‘ventilatiegaatjes’ met hun vingers of lippen. Het gevolg is dat rokers vaak twee tot drie keer zoveel teer, nicotine en koolmonoxide binnenkrijgen als de waarden gemeten met de wettelijk voorgeschreven methode. Bij deze officiële meetmethode worden de gaatjes niet afgesloten en neemt de rookmachine kleinere en minder trekjes dan een roker. Feitelijk geeft die dus geen realistisch beeld.
Uit buitenlandse onderzoeken was dat effect van wat de media inmiddels de ‘sjoemelsigaret’ noemen al langer bekend. Afgelopen jaar heeft het RIVM daarom samen met de Maastricht University elf Nederlandse sigarettenmerken onderzocht met een meer realistische meetmethode, waarbij de filtergaatjes worden afgesloten en de rookmachine intensiever aan de sigaret trekt. Die imiteert dus beter op hoe een roker in het echt zijn sigaret oprookt. Ons onderzoek leverde vergelijkbare uitkomsten op als dat van buitenlandse collega’s; ook hier blijken sigaretten veel grotere hoeveelheden schadelijke stoffen in de rook te bevatten dan vermeld. Dit jaar doen we een vervolgonderzoek, waarbij we honderd populaire sigaretten in Nederland testen. De uitkomsten publiceren we op onze website. Want hoeveel iedereen wel weet dat roken ongezond is, realiseren de meeste rokers zich nauwelijks wat ze eigenlijk precies binnenkrijgen. Hopelijk komt daar hiermee verandering in.”
Vaatchirurg Dink Legemate is hoogleraar en hoofd van de afdeling chirurgie van het AMC Amsterdam.
“Iedereen weet dat je van roken longkanker kunt krijgen. Maar dat het bijvoorbeeld ook je bloedvaten ernstig beschadigt, is veel minder bekend. Bij de helft van mijn patiënten zijn hun vaatproblemen het directe gevolg van het roken. Als ze voor het eerst bij mij komen, hebben ze daar meestal geen idee van.
In mijn spreekkamer zie ik dagelijks de heftige gevolgen van roken. Nicotine beschadigt de binnenkant van de bloedvaten en maakt ze ruw. Het lichaam reageert dan hetzelfde als bij wondjes: er vormt zich een soort korstjes op. Daardoor raken de vaten langzaam verstopt; het bloed kan er niet goed meer door.
Een plek waar dat vaak gebeurt, is in de benen. Etalagebenen noemen we dat, een vaatziekte die pijn, kramp of een doof gevoel veroorzaakt. Meestal zijn die klachten goed te behandelen door te stoppen met roken, looptraining, medicijnen en eventueel een dotterbehandeling of een bypass. Maar in het ergste geval sterft het weefsel helemaal af. Dan zit er niets anders op dan het been te amputeren. Jaarlijks verliest een paar duizend Nederlanders op die manier één of zelfs beide onderbenen. Daar hoor je nooit iemand over.
Door het roken worden bloedvaten ook stugger, waardoor ze sneller scheuren of knappen, met alle problemen van dien. En wonden van rokers genezen na een operatie minder snel. Bovendien is de kans op infecties en complicaties groter.
‘Eigen schuld, dikke bult’, klinkt het vaak als het over rokers gaat. Maar ik zie mijn patiënten als slachtoffers van de tabaksindustrie. En van politici, die veel te gemakkelijk accepteren dat mensen worden verleid om te gaan roken. Ze staan erbij en kijken ernaar, terwijl ze maar al te goed weten hoe ongelofelijk schadelijk het is. Daar kan ik echt woest om worden. Hoog tijd dat we hier met z’n allen stelling tegen nemen. Zodat we de volgende generatie hopelijk voor dit soort ellende kunnen behoeden.”
Verslavingsarts Robert van de Graaf van Verslavingszorg Noord Nederland zet zich in om de zorg rookvrij te maken, en kinderen in een rookvrije omgeving te laten opgroeien.
“Toen ik een paar jaar geleden bij een behandelcentrum voor jongeren met gedragsproblemen ging werken, viel mijn mond van verbazing open. Medewerkers stonden daar buiten gewoon met jongeren te roken. Er werden zelfs sigaretten verkocht. Als de jongeren niet al verslaafd waren, werden ze het alsnog. Daar heb ik toen direct een einde aan gemaakt.
Iedere dag beginnen in Nederland ruim honderd kinderen met roken. ‘De vervangers’, noemt de tabaksindustrie ze cynisch. Ze gebruiken die term omdat kinderen straks de plaats moeten innemen van overleden rokers, om zo de sigarettenproductie op peil te houden.
Een kind wordt niet als roker geboren, het leert roken van rokers. Want zien roken doet roken; als je je hele jeugd meekrijgt dat roken normaal is, ga je dat zelf ook vinden. Samen met een erfelijke aanleg voor verslaving is de omgeving doorslaggevend voor het opsteken van die eerste sigaret. Niet verwonderlijk dus, dat kinderen van rokende ouders de grootste kans hebben om zelf te gaan roken. Vandaar dat het zo belangrijk is om er in ieder geval voor te zorgen dat er vanaf nu nergens meer in het bijzijn van kinderen en jongeren wordt gerookt. Dus óók niet bij de school, langs de zijlijn van het sportveld, op een verjaardag in de tuin of tijdens het uitlaten van de hond.
Met de Rookvrije Generatie, een initiatief van de Hartstichting, KWF Kankerbestrijding en het Longfonds, proberen we dat voor elkaar te krijgen. Al honderden sportclubs en speeltuinen hebben zich aangesloten. In Groningen werken we er hard aan om zelfs de eerste rookvrije stad van Nederland te worden. In het begin werd daar beetje lacherig over gedaan, maar nu doen er al twintig grote organisaties mee. Steeds meer gemeenten volgen. We zijn dus op de goede weg.”
Gepubliceerd in Radar+, februari 2018.