Maatwerk bij een prikkelbare darm

Prikkelbaredarmsyndroom  — buikpijn en problemen met de ontlasting — kan je leven flink verzieken. Gelukkig zijn er verschillende behandelingen die de klachten kunnen verlichten. 

Prikkelbaredarmsyndroom, afgekort PDS, komt veel voor. Naar schatting lijdt één op de tien mensen eraan, twee keer zoveel vrouwen als mannen. De klachten — onder andere buikpijn en problemen met de ontlasting — ontstaan vaak in de puberteit en kunnen het hele leven aanhouden. PDS is weliswaar niet gevaarlijk, maar de impact ervan op het dagelijkse leven is groot. Sommige patiënten durven nauwelijks meer de deur uit.
Er is niet één duidelijke oorzaak voor PDS. De darm kan bijvoorbeeld te heftig of juist te traag bewegen, of overgevoelig zijn. Dat maakt de diagnose lastig. En daarmee ook de behandeling. De belangrijkste adviezen voor mensen met PDS zijn regelmatig en gezond eten, voldoende bewegen en stress vermijden. Zo nodig kunnen medicijnen helpen. Denk aan middelen tegen obstipatie of diarree of medicatie die krampen tegengaat. Soms vermindert een lage dosis antidepressivum de gevoeligheid van de dunne darm, waardoor de pijn afneemt. Helaas is vooraf niet te zegen welke behandeling bij wie het beste resultaat boekt.
“Tot een paar jaar geleden werd er veel aangerommeld”, stelt Marten Otten, maag-darm-lever-arts in medisch centrum De Veluwe in Apeldoorn. “Er was er geen eenduidige, simpele methode voor de begeleiding van PDS-patiënten. De huisarts en MDL-arts deden verschillende lichamelijke onderzoeken, zonder dat daar een duidelijke diagnose uitkwam. Vervolgens werden patiënten veelal zonder goede hulp naar huis gestuurd. Het gevolg: ze voelden zich onbegrepen. Bovendien bleven ze dikwijls met hun klachten zitten.”
Een nieuwe aanpak
Dat moet beter kunnen, dacht Otten. Samen met de Prikkelbare Darm Syndroom Belangenvereniging ontwikkelde hij daarom REDUCE PDS. Dat is een aanpak waarbij de MDL-arts, een gespecialiseerde MDL-verpleegkundige en de huisarts een PDS-patiënt samen  begeleiden. De patiënt krijgt uitgebreide informatie over elf mogelijke behandelingen, waarna hij of zij er zelf drie kiest om uit te proberen. (Zie kader.) Het meest populair zijn pepermuntoliecapsules, probiotica en het speciale FODMAP-beperkte dieet. Maar ook hypnotherapie en diverse medicijnen worden vaak gekozen.
Sinds de introductie in 2015 is ongeveer een kwart van de Nederlandse ziekenhuizen het REDUCE PDS-programma gaan gebruiken. Met succes. “We hebben wetenschappelijk onderzocht wat het in de praktijk oplevert”, vertelt Otten. “Wat blijkt? 72 procent van de patiënten vindt dat deze aanpak hun kwaliteit van leven verbetert. Ze zijn vooral tevreden over de begeleiding, het begrip, de acceptatie van PDS als lichamelijke zieke en het zelf mogen beslissen over de behandelingen.”
Eigen regie
Dat laatste is een belangrijk uitgangspunt van het programma. De gelijkwaardige relatie tussen patiënt en zorgverlener staat centraal. Zij wisselen informatie uit en komen samen tot een weloverwogen besluit. Op die manier krijgen patiënten meer inzicht in hun eigen situatie en vooral ook meer regie daarover. Dat vergroot de kans op succes.
Mooi meegenomen is dat er door de REDUCE PDS-methode minder inwendige darmonderzoeken nodig zijn. “Dat komt omdat gespecialiseerde professionals beter kunnen inschatten of zo’n scopie echt nodig is”, aldus Otten. “Bij de standaard aanpak van PDS krijgt één op de vier patiënten een darmonderzoek. Bij REDUCE PDS is dat één op de zeven. Het betekent minder heftige ingrepen voor de patiënt en minder mogelijke complicaties.”
Tot slot wil Otten graag nog iets kwijt over de veelgehoorde opmerking dat de PDS vast ‘tussen de oren’ zit. “Onzin”, betoogt hij. “Omdat de hersenen van PDS-patiënten extra alert zijn voor wat er in de darmen gebeurt, kan stress de klachten wel verergeren. Maar dat maakt ze niet minder echt. PDS is een serieuze ziekte, die om een serieuze aanpak vraagt. Met REDUCE PDS bieden we die.” 

HOE WERKT REDUCE PDS?

Stap 1
Als de huisarts PDS vermoedt, kan die een patiënt doorverwijzen naar de MDL-arts. Een in PDS gespecialiseerde MDL-verpleegkundige voert een intakegesprek en laat zonodig aanvullend onderzoek doen. Vervolgens bespreken de MDL-arts en de verpleegkundige hun bevindingen met de patiënt. 

Stap 2
Tijdens een voorlichtingsgesprek geeft de verpleegkundige uitleg over PDS en bespreekt ze de elf behandelopties met de patiënt. Vervolgens kiest die zelf welke drie zij (onder begeleiding van de huisarts) wil gaan volgen. 

Stap 3
De patiënt probeert de drie gekozen behandelingen na elkaar ieder twee maanden uit, om zo te ontdekken welke aanpak voor haar het beste werkt. Tussentijds overlegt ze met de huisarts over de resultaten. 

Stap 4
Na de verschillende behandelingen te hebben geprobeerd, besluit de de patiënt in overleg met de huisarts of ze met een of meerdere daarvan wil doorgaan. Als geen van de behandelingen heeft gewerkt, verwijst de huisarts haar terug naar de specialist en de MDL-verpleegkundige.

Meer informatie: pdsb.nl/reduce.

UIT WELKE MOGELIJKHEDEN KUN JE BIJ REDUCE PDS KIEZEN? 

Voorlichting
Het klinkt als een open deur, maar lang niet alle patiënten krijgen goede uitleg over wat PDS precies is. Volgens MDL-arts Otten kan uitgebreide voorlichting al een wereld van verschil maken. “Als patiënten beter snappen wat er in hun lichaam gebeurt en dat PDS niet gevaarlijk is, geeft dat veel rust. Dat maakt het voor hen makkelijker om met hun klachten te leven.” 

Voeding
Ongeveer 70 procent van PDS-patiënten merkt dat bepaalde voedingsmiddelen hun klachten verergeren. Een speciaal dieet kan dan helpen. 

  • Eliminatiedieet
    Het is vaak lastig om er zelf achter te komen welk voedsel precies problemen geeft. Een diëtist kan dan helpen om stapje voor stapje voedingsmiddelen (vlees, vet, kaas, vruchten, groentes, kool, ui, melk) uit het dieet te schrappen. Dat heet een eliminatiedieet. De patiënt houdt een dagboekje bij om te zien wanneer de klachten wel of niet verminderen. 
  • FODMAP-beperkte dieet
    Een variant op het eliminatiedieet is het zogenaamde FODMAP-dieet. De afkorting FODMAP is een verzamelnaam voor verschillende voedingssuikers en koolhydraten. Ze zitten vooral in vloeibare zuivel, tarwe en bepaalde soorten groenten en fruit. Bij PDS-patiënten is de dunne darm vermoedelijk niet in staat om sommige van die stoffen op te nemen. Als ze vervolgens onverteerd in de dikke darm belanden, breken ze bacteriën alsnog razendsnel af. Daarbij produceren die gas, dat een opgeblazen gevoel en pijn kan veroorzaken. Bij het FODMAP-beperkte dieet vermijdt een patiënt zes weken alle voedingsmiddelen met FODMAP’s erin. Als de klachten in die tijd afnemen, voegt ze daarna elke week weer een groep van de ‘verboden’ producten toe en kijkt ze hoe haar lichaam reageert.

Hypnotherapie
Al decennialang is bekend dat mensen met ernstige PDS veel baat kunnen hebben bij hypnotherapie. De behandeling geeft ze de mogelijkheid om hun darmen op een ontspannen manier te laten werken. Ook de beleving van pijn kan door hypnotherapie veranderen. Stel dat een PDS-patiënte last heeft van ernstige obstipatie. Dan roept een hypnotherapeut bijvoorbeeld het beeld op van een snelstromende rivier en vraagt haar dat in haar darmen over te nemen. Bij een patiënte met buikpijn kan hij een beeld gebruiken van warme of koude doeken om de darmen om de pijnprikkels te dempen. Net wat zij het prettigst vindt. De suggesties die de therapeut op die manier creëert, brengen bij patiënten lichamelijke reacties teweeg die de klachten kunnen verminderen. Uit onderzoek van het UMC Utrecht is gebleken dat dat bij ongeveer de helft van de patiënten gebeurt. 

BACTERIËN
De samenstelling van de darmbacteriën is bij PDS-patiënten anders is dan bij mensen zonder PDS. Sommige van die bacteriën maken zuren aan, die de darmwand kunnen irriteren. Hoe meer van deze zuren in de ontlasting zitten, hoe erger de klachten van een PDS-patiënt. Andere bacteriën lijken juist een beschermend effect te hebben bij PDS. De belangrijkste zijn: Lactobacilli, Bifidobacteria en Enterobacteriaceae. Deze bacteriën worden vaak gebruikt in probiotica. Dat zijn  producten die grote hoeveelheden nuttige melkzuurbacteriën bevatten. Helaas weten artsen nog niet welk probioticum voor welke PDS-patiënt het meest geschikt is. Het is dus een kwestie van uitproberen of en zo ja welk probioticum de klachten vermindert. 

MEDICATIE DIE OP DE DARMEN WERKT

  • Antibiotica
    Net als probiotica kunnen ook antibiotica de samenstelling van de darmbacteriën beïnvloeden. Uit een groot Amerikaans onderzoek uit 2011, waarbij 1200 PDS-patiënten een 14-daagse antibioticumkuur kregen, bleek dat bij vier op de tien de klachten meerdere maanden afnamen. Van de patiënten die een placebo kregen, hadden er drie op de tien minder klachten.  
  • Pepermuntolie
    Het laatste wetenschappelijke inzicht is dat pepermuntoliecapsules de spierspanning van het spierweefsel in de darmen kunnen verminderen. Daardoor werken ze krampwerend en dempen ze pijnprikkels. Kies wel voor gecoate capsules. Die vallen niet in de maag, maar pas verderop in de dunne darm uiteen. Dat is van belang om bijwerkingen als zure oprispingen tegen te gaan.
  • Spasmolitica
    Ook deze geneesmiddelen verslappen de spieren van het maagdarmkanaal. Omdat ze over het algemeen snel werken, hoeven patiënten ze alleen te gebruiken als ze een pijnaanval hebben. 
  • Iberogast
    Dit is een vrij verkrijgbaar geneesmiddel, dat bestaat uit een mengsel van 9 kruidenextracten (bittere scheebloek, kamillebloemen, zoethoutwortel, pepermuntblad, citroenmelisseblad, grote engelwortel, stinkende gouwe, karwijzaad en zaad van de mariadistel). Hoe het precies werkt, is niet bekend. Mogelijk beïnvloedt ook dit middel de spiercellen in het maagdarmkanaal. 

ANTIDEPRESSIVA
In een heel lage dosering kunnen antidepressiva de gevoeligheid van de dunne darm en de pijnprikkels uit de buik verminderen. Een arts schrijft dit soort middelen bij PDS dus niet voor omdat hij denkt dat een patiënt depressief is of omdat hij gelooft dat het probleem tussen de oren zit, maar omdat de medicijnen ook een andere werking hebben. Nadeel is wel dat het zes tot acht weken kan duren voor ze — mogelijk — gaan werken. 

Gepubliceerd in +Gezond, april 2020. Illustratie: Mirjam Borsjé.