Passie voor pleisterwerk

Het wemelt in Noord-Nederland van de unieke historische gebouwen. Die restaureren is een vak apart. We nemen een kijkje bij zes bijzondere projecten, en spreken de ambachtslieden die eraan werken. Aflevering 4: de restauratie van het foyerplafond van de Groningse Stadsschouwburg. 

  • Wat: restauratie stucwerk 
  • Waar: plafond van de foyer in de Stadsschouwburg Groningen
  • Opdrachtgever: Groninger Monumentenfonds
  • Wie: Oudman Stukadoor en Restauratiewerken
  • Wanneer: juli en augustus 2021

Het was flink aanpoten deze zomer voor restauratiestukadoor Daniël Oudman en zijn collega Hemmo Lich. Vóór de seizoensopening van de Groningse Stadsschouwburg op 3 september moest het gehavende plafond van de foyer namelijk zijn gerestaureerd. Voorafgaand aan de bouwvak werkten ze er twee weken aan, direct daarna maakten ze het stucwerk af. Meesterschilder Jan Börchers buffelde zelfs tijdens de vakantie door. Allemaal om ervoor te zorgen dat toneelbezoekers zich nu weer veilig onder het prachtige plafond van de foyer kunnen verpozen.
“Afgelopen voorjaar heb ik de schade eraan in kaart gebracht”, vertelt Oudman. “Toen bleek dat er behoorlijk wat scheuren in zaten, en dat het stucwerk en de verf op meerdere plekken loslieten. Om de veiligheid te kunnen waarborgen, moesten we daar zo snel mogelijk iets aan doen.”
Rieten plafonds
Wie wel eens in het theater komt, herinnert zich misschien dat het foyerplafond (met een totale oppervlakte van zo’n 70 m2) afgelopen jaren een grijsblauwe kleur had, met witte sierlijsten. Dat waren echter niet de oorspronkelijke kleuren, zo werd na kleurhistorisch onderzoek duidelijk. “Onder de meest recente verflagen bleken heel andere kleuren verstopt te zitten”, aldus Oudman. “Oudroze, groen en bruin, bijvoorbeeld. Ook vonden we sjablonering op de middenvlakken.”
De schouwburg besloot het plafond in oude glorie te laten herstellen. Maar voordat schilder Börchers met zijn penseel de oorspronkelijke kleuren van de bouw in 1883 kon laten herleven, moesten stukadoor Oudman en zijn collega aan de slag. Ze bikten al het oude stucwerk van de middenvlakken en vulden scheuren op. Vervolgens brachten ze een complete nieuwe stuclaag aan en repareerden ze waar nodig de lijsten. Een zorgvuldig werkje, want de ondergrond van het plafond bestaat uit meer dan honderd jaar oud riet, bij elkaar gehouden met ijzerdraadjes. Die constructie vormt de houvast voor het stucwerk. Verrassend genoeg is de kwaliteit ervan na meer dan een eeuw nog prima. “Zolang er geen vocht bij komt, gaat riet heel lang mee”, aldus Oudman.
Waar mogelijk werkt hij met eeuwenoude technieken en traditionele gereedschappen en materialen. Voorgefabriceerde lijsten zijn voor hem bijvoorbeeld uit den boze. In plaats daarvan ‘trekt’ hij lijsten met stuc en speciale handgereedschappen direct op het plafond in de juiste vorm.
In het geval van de theaterfoyer was het verder nodig om het plafond te versterken. Oftewel: om elke dertig centimeter een roestvrijstalen plaatje in de plafondbalken te schroeven, om zo de draagkracht ervan te vergroten. Daar kwam overigens wel weer een elektrische schroefboormachine aan te pas.
Terug in de tijd
Met zijn meer dan 25 jaar ervaring herbergt het vak van restauratiestukadoor voor Oudman weinig geheimen meer. Of het nu gaat om het herstellen van scheuren in stokoude muren, het stucen van traditionele plafonds of het vervaardigen van klassieke ornamenten: hij heeft het afgelopen decennia ontelbaar veel keren gedaan. Maar nog steeds gaan zijn ogen glimmen als hij over zijn ambaht vertelt.
“Ik ben altijd gefascineerd geweest door oude gebouwen. Als tiener ging ik op Open Momunentendag al vroeg op pad om zoveel mogelijk te kunnen bekijken. Ik vond het fantastisch om te zien hoe die oude panden waren gemaakt. Kon ik maar teruggaan in de tijd, dacht ik dan. Ik had toen nooit durven dromen dat ik later zelf zou bijdragen aan het behoud ervan.”
Het was namelijk min of meer toeval dat hij in het restauratievak belandde. Op zijn 16e vroeg een vriend die bij een stukadoor werkte of Oudman zin had in een klus in Duitsland. Dat leek hem wel een mooi avontuur. Ter plaatse leerde hij het vak, gewoon op de werkvloer. Hij zou er uiteindelijk zes jaar blijven.
Eenmaal terug in Groningen ging hij aan de slag bij stukadoorsbedrijven die veel restauratiewerk deden. Pas toen viel het kwartje: dát was wat hij wilde. Hij besloot zich verder te specialiseren en zich helemaal op het restauratieambacht toe te leggen. Sinds hij in 2012 voor zichzelf begon, doet hij niets anders meer.
In Groningen werkte hij onder andere aan de Juffertoren in Schildwolde, de Fraeylemaborg in Slochteren en de kerken van Tjamsweer, Uithuizen en Krewerd. Verder nam hij er tientallen oude huizen en boerderijen onder handen. Maar ook buiten de provincie is hij vaak te vinden. Gespecialiseerde restauratiestukadoors zijn namelijk schaars; de Nederlandse vakgroep bestaat uit slechts acht mensen. Om werk zit Oudman dus nooit verlegen.
Kennishonger
Bij de grootschalige renovatie van de Stadsschouwburg in 2015 en 2016 was hij ook al  betrokken. Toen herstelden Oudman en zijn medewerkers de kapitelen en ornamenten aan de gevel van het door Hugo Pieter Vogel en Frits van Gendt ontworpen gebouw. Des te leuker vinden ze het om nu ook binnen aan de slag te zijn geweest. Zo laten ze immers op steeds meer plekken in het theater hun professionele vingerafdruk achter.
“Elke klus heeft zijn eigen charme”, zegt Oudman. “Een pand als dit voelt heel anders dan bijvoorbeeld de Grote Kerk in Harderwijk, waar we afgelopen jaren aan hebben gewerkt. Daar voerden we reparaties uit tussen schilderingen uit 1561. Een unieke ervaring. Van elk project leer ik weer iets nieuws.”
Zijn kennishonger is er in de loop van de tijd in ieder geval niet minder op geworden. Zo volgt hij nog steeds cursussen, bijvoorbeeld in Italië over het creëren van marmerstuc. En voor hij aan een nieuwe opdracht begint, verdiept hij zich in de bouwgeschiedenis van een pand. “Dan gaat het nog meer voor me leven.”
Verder is het volgens hem belangrijk om als restaurateur zoveel mogelijk van verschillende bouwstijlen te weten. “In een Gronings herenhuis hebben we bijvoorbeeld net zeven plafonds in oude stijl aangebracht, omdat de originelen er eerder uit waren gesloopt. De ontwerpen maakten we zelf. Dan moet je dus wel weten wat bij de tijd van het huis past.”
Zijn kennis en kunde deelt hij graag met anderen, om zo het ambacht in stand te houden.  Met publiek (bij historische demonstraties), met collega’s, en met leerlingen natuurlijk. “Mijn jongste medewerker van zestien is de kleinzoon van de stukadoor die mij, al die jaren geleden, in Duitsland het vak leerde. Nu leid ik de nieuwe generatie op. Zo is de cirkel rond.”
En het plafond van de theaterfoyer? Dat kan na zijn opknapbeurt weer decennia mee. 

Gepubliceerd in het Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant, zaterdag 25 september 2021. Foto’s: Norma van der Horst.