Proefkonijnen

Jaarlijks doen duizenden Nederlanders vrijwillig mee aan wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe medicijnen. Waarom zou je daarvoor kiezen? En hoe zit het met de risico’s?

“Iemand van 70 met hartfalen leefde in 1980 gemiddeld vijf jaar korter dan nu. Dankzij onderzoek naar nieuwe medicijnen.”
Cardioloog en onderzoeker Adriaan Voors van het Universitair Medisch Centrum Groningen wil het maar gezegd hebben: geneesmiddelenonderzoek loont. En de proefpersonen die daaraan meedoen? Die zijn volgens hem onmisbaar. “Zonder hen waren we als dokters nooit zo ver gekomen. Dat geldt niet alleen voor mijn eigen terrein van hart- en vaatziekten, maar voor de hele gezondheidszorg.”
Hoogleraar Voors doet al meer dan dertig jaar medisch-wetenschappelijk onderzoek, vooral naar hartfalen. Dat is een ongeneeslijke aandoening waarbij het hart van patiënten minder goed pompt, met allerlei klachten tot gevolg. “We zijn constant op zoek naar nieuwe medicijnen voor hen. Om hun levensduur te verlengen, maar vooral ook om de kwaliteit van hun leven verder te verbeteren. Dat lukt alleen door nieuwe middelen op patiënten te testen.”

Waarom doen mensen aan zulke onderzoeken mee?
“Daar hebben ze verschillende redenen voor. Vaak hopen proefpersonen zelf baat te hebben bij een nieuwe behandeling. Of anders in ieder geval lotgenoten te helpen die in toekomst ziek worden. Soms werken ze ook uit idealisme mee, om de wetenschap vooruit te helpen en meer kennis over een ziekte te vergaren.” 

En gezonde deelnemers dan?
“Ook bij hen kan idealisme een rol spelen. Maar meestal doen die het plat gezegd voor het geld. Gezonde proefpersonen krijgen namelijk, in tegenstelling tot patiënten, in veel gevallen een vergoeding voor hun deelname. Afhankelijk van hoe belastend het onderzoek is en hoe lang het duurt, varieert die van enkele tientjes tot in een enkel geval duizenden euro’s.”

Wanneer test je op wie?
“Dat hangt er vanaf. Voor de duidelijkheid: voordat proefpersonen in beeld komen, hebben we al uitgebreid laboratoriumonderzoek gedaan en op dieren getest. Medicijnonderzoek bij mensen gebeurt in drie stadia. In de eerste fase testen we een nieuw middel op gezonde proefpersonen. We kijken dan nog niet of het werkt, maar enkel of het veilig is. Hoe verdragen deelnemers het? Wanneer krijgen ze bijwerkingen?
Blijkt het veilig, dan gaan we naar fase 2. Daarin geven we het medicijn aan patiënten om te kijken of ze er daadwerkelijk baat bij hebben. Bijvoorbeeld of het de bloeddruk verlaagt, of de vaatfunctie verbetert. Vaak vergelijken we de werking van een middel met een ‘lege’ pil, een placebo. Op die manier kun je het effect het beste in kaart brengen. In dat geval loten we welke deelnemer wat krijgt.
Als een middel inderdaad voldoende werkt, komen we bij het derde en laatste stadium: de registratiefase. Hierin beoordelen we bij patiënten of de verbetering echt loont. Stel, een nieuw medicijn verlaagt de bloeddruk wel, maar patiënten voelen zich er niet beter door, en ze leven ook niet langer. Dan heeft het dus geen zin om dat te gaan gebruiken.” 

Weten proefpersonen of ze een echt medicijn of een nepmiddel krijgen?
“Bij een onderzoek met placebo’s niet. Sterker nog, de onderzoekers weten dat dan óók niet. Anders zou een dokter een bepaalde patiënt bijvoorbeeld het echte medicijn kunnen geven, omdat die het hem of haar zo gunt. Vandaar dat we dubbelblind testen, zoals het officieel heet: noch de gever, noch de ontvanger weet wie wat krijgt. Pas helemaal aan het eind, als het onderzoek volledig is afgerond, wordt die informatie gedeeld. Maar dat kan jaren duren.”

Hoe vinden jullie deelnemers?
“Gezonde proefpersonen werven we meestal via advertenties. Daar doen vooral studenten aan mee, die zo iets bijverdienen. Bij fase 2- en 3-onderzoek putten we uit ons eigen patiëntenbestand.”

Stel dat je als patiënt besluit om mee te doen, moet je dan met je eigen behandeling stoppen?
“Zelden. Bij ernstig zieke mensen sowieso niet. Dan zouden we hen een therapie ontzeggen, die al wel bewezen werkt. Dat is natuurlijk nooit goed te praten. Nieuwe middelen die in onderzoeksverband worden getest, komen daarom bijna altijd bovenop de standaardbehandeling. Dat geldt dus bijvoorbeeld ook voor kankerpatiënten, die chemotherapie krijgen of bestraald worden.
Overigens is deelname altijd volledig vrijwillig. Voorafgaand aan het onderzoek krijgen proefpersonen uitgebreide informatie, zowel in een gesprek met de dokter als op papier. Vervolgens is het aan henzelf om te besluiten of ze mee willen doen. Dat vind ik belangrijk om te benadrukken. Soms denken patiënten namelijk dat ze minder goede zorg krijgen als ze nee zeggen. Of ze zijn bang hun arts teleur te stellen. Maar dat is absoluut niet aan de orde. Verder hebben deelnemers het recht om op elk moment, zonder opgaaf van reden, met het onderzoek te stoppen.”

Wie bepaalt eigenlijk of een onderzoek veilig genoeg is?
“Een medisch-ethische toetsingscommissie. Daarin zitten onafhankelijke deskundigen. Die beoordelen vooraf of het onderzoek nuttig, veilig en verantwoord is. Pas als zij akkoord hebben gegeven, mogen de onderzoekers van start.” 

Wat als je als deelnemer ernstige bijwerkingen krijgt?
“Tegen de tijd dat we op patiënten gaan testen, is er al veel vooronderzoek gedaan. We weten dus in principe welke bijwerkingen we kunnen verwachten. Sowieso registeren we alle reacties in elke onderzoeksfase nauwkeurig. Zijn de bijwerkingen ernstig, dan besluiten we in goed overleg met de patiënt of we wel of niet doorgaan. Natuurlijk kan er altijd iets onverwachts gebeuren. Een heel enkele keer houdt een patiënt daar blijvend iets aan over. In dat geval krijgt hij of zij een schadevergoeding. Maar in de ruim dertig jaar dat ik onderzoek doe, heb ik zoiets gelukkig nog nooit meegemaakt.”

Hoe zit het met de privacy?
“Tijdens het onderzoek verzamelen we veel gegevens. Soms nemen we ook lichaamsmateriaal af, zoals bloed, speeksel of weefsel. Alle informatie krijgt een onherleidbare code, zodat we die volledig anoniem kunnen bewaren. De sleutel van de code gaat in een kluis. Alleen in heel uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als je aan de hand van onderzoeksmateriaal toevallig ontdekt dat iemand een ernstige ziekte heeft, wordt de geheimhouding verbroken. Tot slot is het belangrijk te weten dat onderzoekers de verzamelde informatie alléén mogen gebruiken voor dat ene onderzoek. Als ze het later ergens anders voor willen benutten, moeten ze de deelnemers daar opnieuw toestemming voor vragen.” 

[Kader]
De medisch-ethische toetsingscommissie
Voordat een geneesmiddel bij mensen kan worden getest, beoordeelt een onafhankelijke commissie of het onderzoek goed in elkaar zit. In Nederland zijn er achttien van dat soort medisch-ethische toetsingscommissies (METC), zoals ze officieel heten. Daarin zitten artsen, ziekenhuisapothekers, klinisch farmacologen, ethici, mensen met verstand van onderzoeksmethoden en statistiek en leken (oftewel: patiënten).
“Je mag echt niet zomaar onderzoek op mensen doen”, vertelt ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog Patricia van den Bemt van het UMCG, die lid is van zo’n commissie. “Daar gelden allemaal strenge wettelijke regels voor. We kijken bijvoorbeeld of het onderzoek nuttig is, of het goed is opgezet, of de risico’s niet te groot zijn, of het niet te zwaar is voor deelnemers en of die duidelijk genoeg worden geïnformeerd.”
De METC waar zij in zit, komt wekelijks bij elkaar om nieuwe onderzoeksvoorstellen te bespreken. Bijna altijd moet er wel iets worden aangepast. “Soms vinden we het aantal deelnemers bijvoorbeeld te klein. Of we hebben zorgen over de belasting voor de proefpersonen. Vaak is de informatie voor deelnemers veel te ingewikkeld opgeschreven. Al onze vragen en opmerkingen sturen we naar de onderzoekers. Die passen hun plannen vervolgens aan. In principe is ons werk als commissie daarmee klaar. Tenzij er tussentijds veranderingen in het onderzoek worden aangebracht. Dan beoordelen we dat opnieuw.”  

[Kader]
Meer weten? 

  • Op de website van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek vind je uitgebreide informatie voor proefpersonen. Bijvoorbeeld over verschillende soorten onderzoek, wat je rechten en plichten als deelnemer zijn en waar je met eventuele klachten terechtkunt.
    ccmo.nl/proefpersonen
  • Ook op rijksoverheid.nl/onderwerpen/medisch-wetenschappelijk-onderzoek staat veel uitleg. Je leest daar onder andere of kinderen en wilsonbekwame personen aan medisch-wetenschappelijk onderzoek mogen meedoen. 

Gepubliceerd in Radar+, nr. 3/2021. Foto: Anna Shvets via Pexels.com.