7 tips om met chronische pijn om te gaan

Tussen de twee en drie miljoen Nederlanders hebben altijd pijn, vaak zonder dat er een duidelijke oorzaak voor is. Er zijn meer chronische pijnpatiënten dan met kanker, diabetes en hart- en vaatziekten bij elkáár. Hun leven kan een dagelijkse hel zijn. Behandelingen halen vaak weinig uit. Sommige artsen zeggen ze er maar mee moeten leven… Maar er kan vaak meer dan je denkt. We zetten zeven methoden op een rij om chronische pijn aan te pakken (zonder dat daar een pil aan te pas komt). 

1. ACCEPTANCE AND COMMITMENT THERAPY (ACT)
Acceptance and commitment therapy (ACT) is een relatief nieuwe vorm van gedragstherapie, eind 20ste eeuw ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog Steven Hayes. De kern is dat vechten tegen onvermijdelijkheden — zoals chronische pijn — ten koste gaat van een waardevol leven. Bovendien verergeren klachten er juist vaak door.
“Als je chronische pijn hebt, doe je alles om die te vermijden of in ieder geval te verminderen”, zegt emeritus hoogleraar Karlein Schreurs, GZ-psycholoog gespecialiseerd in ACT bij chronische pijn en schrijfster van het boek Leven met pijn. “Voor je het weet draait alles in je leven daarom. Hoe begrijpelijk ook, dat werkt averechts. Met acceptance and commitment therapy leren we patiënten dat verzet tegen chronische pijn zinloos is. Vervolgens bespreken we: wat maakt jouw leven de moeite waard? En hoe kun je je dáár meer op gaan richten, in plaats van op de pijn?”
In 2016 publiceerde Schreurs met collega’s een overzichtsstudie naar de effectiviteit van zowel ACT als op mindfulness gebaseerde cognitieve gedragstherapie bij de aanpak van chronische pijn. Beide therapievormen bleken effectief. Bij ACT gebruikt ze overigens ook vormen van aandachtstraining en mindfulness. Jon Kabat-Zinn, grondlegger van de medische toepassing van mindfulness, paste die techniek al eind jaren zeventig toe om stress, angst en pijn te verlichten. “Mindfulness helpt je om je in het hier te bijven en je bewust te worden van je gedachten en gedrag”, besluit Schreurs. “Dat helpt om het gevecht ertegen te stoppen.” 

2. VIRTUAL REALITY
“Je brein kan geen goed onderscheid maken tussen de feitelijke wereld en een virtuele werkelijkheid”, stelt medisch psycholoog Louis Zantema, die een VR-game tegen chronische pijn ontwikkelde. “Iedereen die wel eens een VR-bril heeft opgehad, weet hoe realistisch zo’n virtuele omgeving voelt. Van dat feit maken we in onze game Reducpet dankbaar gebruik. Met specifieke oefeningen foppen we het brein als het ware. Omdat de ervaring voor je hersenen ‘echt’ is, krijgen patiënten zo de mogelijkheid hun hersenen te trainen om anders met pijnprikkels om te gaan. En daarmee de klachten te verminderen.”
Inmiddels gebruiken al meer dan honderd Nederlandse zorgverleners Reducept bij de behandeling van chronische pijnklachten, van ziekenhuizen en fysiotherapeuten tot revalidatiecentra en GGZ-instellingen. Op dit moment doet Zantema samen met het RadboudUMC onderzoek naar de effectiviteit van hun spel op langdurige pijn. Al langer is bekend dat virtual reality bij acute pijn goed kan helpen. Zo maakten fysiotherapeuten van het St. Mary Medical Center in San Francisco en de Samuel Merritt University in Oakland in 2019 een meta-analyse van twintig studies over dit onderwerp. Hun conclusie: VR helpt bij verschillende soorten acute pijn, zoals spier-, gewrichts- en zenuwpijn. Ook vermindert het in veel gevallen pijn na een medische ingreep. Naar het effect bij chronische klachten moet volgens hen meer onderzoek worden gedaan.

3. HYPNOTHERAPIE
Hypnotherapie wordt zowel gebruikt voor de behandeling van acute pijn (bijvoorbeeld bij brandwonden) als van chronische pijn. Een belangrijke toepassing is bij prikkelbaredarmsymdroom (PDS), zowel bij kinderen als volwassenen. 14 tot 24 procent van de vrouwen en 5 tot 19 procent van de mannen lijdt aan deze aandoening, die onder andere buikpijn en problemen met de ontlasting geeft. Hypnotherapie biedt patiënten de mogelijkheid om hun darmen op een ontspannen manier te laten werken. Ook de beleving van pijn kan erdoor veranderen.
Gepensioneerd klinisch psycholoog en hypnotherapeut Carla Flik promoveerde op een onderzoek naar de effectiviteit van hypnotherapie bij het PDS. “Stel dat een patiënte last heeft van ernstige obstipatie”, zegt ze. “Dan roept een hypnotherapeut bijvoorbeeld het beeld op van een snelstromende rivier en vraagt haar dat in haar darmen over te nemen. Bij een patiënte met buikpijn kan hij een beeld gebruiken van warme of koude doeken om de darmen om de pijnprikkels te dempen. Net wat de zij het prettigst vindt. De suggesties die je op die manier creëert, brengen bij patiënten lichamelijke reacties teweeg die een positieve uitwerking op de klachten kunnen hebben.”
De 354 PDS-patiënten uit Fliks onderzoek volgden zes hypnotherapiesessies en kregen de oefeningen daarna op een cd mee om ze thuis wekelijks te kunnen herhalen. Negen maanden na afloop van de therapie ervoer bijna de helft van de deelnemers minder klachten, ongeveer het dubbele van de patiënten in de controlegroep (die alleen educatieve ondersteuning hadden gehad).

4. POSITIEVE PSYCHOLOGIE
Al decennialang is bekend dat optimistische mensen beter met chronische pijn kunnen omgaan. Volgens psycholoog Madelon Peters, hoogleraar experimentele gezondheidspsychologie aan de Universiteit Maastricht, loont het dus zeker om bij chronische pijnklachten te werken aan een positievere levenshouding. Dat doe je bijvoorbeeld door aardig voor jezelf te zijn en aandacht te hebben voor leuke dingen. “Het is niet zo dat de pijn daarmee ineens helemaal verdwijnt”, zegt ze. “Maar je gaat die wel anders ervaren. Bijverschijnselen, zoals stress en somberheid, blijven eerder achterwege. Daardoor kun je meer pijn verdragen.”
Peters doet al jaren onderzoek naar de relatie tussen optimisme en pijnbeleving. In één van haar studies liet ze proefpersonen zich gedurende een bepaalde periode heel bewust voorstellen hoe een positieve toekomst eruit zou zien. Dat is een bewezen effectieve manier om mensen optimistischer te maken. Daarna deed ze een pijnexperiment. Wat bleek? De optimisten voelden minder pijn dan de proefpersonen die geen visualisaties hadden gedaan.
Madelon Peters schreef samen met psycholoog Elke Smeets het boek ‘Geluk en optimisme – Een bewezen werkzaam programma op basis van positieve psychologie’.

5. ACUPUNCTUUR
In de Verenigde Staten en Groot-Brittannië maakt acupunctuur standaard onderdeel uit van het behandelspectrum van pijnspecialisten. In Nederland zijn er echter nog maar weinig reguliere artsen die de behandeling toepassen. Iemand die dat wel doet, is anesthesioloog en pijnspecialist Andrew Liem, die naast zijn baan als specialist in het Gelre Ziekenhuis een eigen praktijk heeft waar hij patiënten met acupunctuur behandelt. “Bij acupunctuur prik je bepaalde plekken op het lichaam aan, om zo verstoorde energiestromen te herstellen en in balans te brengen”, vertelt hij. “Bij chronische pijn behandel ik met ooracupunctuur zowel het gebied waar de pijn zich bevindt als het hersengebied waar pijnbeleving wordt geregistreerd. Een combinatie van de twee geeft het beste resultaat.” Liem bracht jarenlang de effecten van zijn eigen behandelingen in kaart. 60 procent van zijn pijnpatiënten die met westerse behandeltechnieken waren uitbehandeld, kregen door acupunctuur minder pijn. Bij ruim een derde van hen was de afname zelfs meer dan 50 procent.
Er komt ook steeds meer wetenschappelijk bewijs dat acupunctuur bij (chronische) pijn werkt. Zo publiceerden onderzoekers van de Koreaanse Kyung Hee University, de Amerikaanse Duke University en het Durham Medical Center in 2017 een review in vakblad Current Opinion in Anesthesiology, waaruit bleek dat acupunctuur bij onder andere nek-, rug-, knie- en hoofdpijn een effectieve en veilige aanvulling op of zelfs vervanging is van behandeling met pijnmedicatie. Tot diezelfde conclusie kwamen dertien Amerikaanse specialisten in een white paper, gepubliceerd in de Journal of Integrative Medicine.
Op acupunctuur.com vind je meer uitleg en een overzicht van Nederlandse artsen die acupunctuur toepassen. 

6. YOGA
Tal van wetenschappelijke onderzoeken laten zien dat yoga zowel korte als langdurige pijn kan verminderen. Zo blijkt uit een meta-analyse van tien studies naar het onderwerp, in 2019 gepubliceerd in het vakblad Medicine, dat yoga de intensiteit van chronische nekpijn kan verminderen en de kwaliteit van leven en stemming van patiënten met deze klachten kan verbeteren. Het lijkt erop dat yoga op verschillende manieren helpt. Het vergroot mobiliteit, versterkt spieren en helpt te ontspannen. Door de verschillende lichamelijke en mindfunlessoefeningen leer je je lijf verder om minder intens op prikkels te reageren. Prikkels van buiten, maar óók van binnen, bijvoorbeeld in de vorm van gepieker of chronische pijnsignalen. Door meer te focussen op het hier en nu, krijgen zorgelijke gedachten over het verleden of de toekomst minder kracht. Verder kan yoga ervoor zorgen dat je aardiger en milder voor jezelf wordt. Chronische pijn gaat vaak samen met zelfkritiek en gevoelens van schuld of falen. Door onbevooroordeeld en vriendelijk naar jezelf te kijken, ontstaat meer zelfcompassie. Ook dat kan helpen.

7. BREINTRAINING
Acute pijn is een belangrijke en nuttige waarschuwing: pijn in je nek zorgt er bijvoorbeeld voor dat je niet voortdurend scheef over je telefoon gebogen blijft zitten. “Maar blijft de pijn aanhouden terwijl de oorzaak al lang is weggenomen, dan kan er sprake zijn van een verhoogde waakzaamheid van het centrale zenuwstelsel: ‘overbescherming’ of centrale sensitisatie genoemd,” vertelt gezondheidspsycholoog Annemarieke Fleming, co-auteur van het boek Pijn & het brein. “Vergelijk het maar met een rookmelder die te gevoelig staat afgesteld. Die begint al te tetteren als je een pannetje water opzet.”
In dat verhoogd waakzame brein zijn paden aangelegd die je meer kwaad dan goed doen. Bepaalde hersengebieden zijn overactief: de prefrontale cortex, het hersengebied waar gedachten zich bevinden; het limbisch systeem, waar de emoties zetelen; en de hippocampus, waar het pijngeheugen zich bevindt. Gedachten, bijvoorbeeld, zijn zo sterk dat mensen met hardnekkige pijn vaak maar aan een bepaalde beweging hoeven te dénken om pijn te ervaren. Hun pijnsysteem wordt dan daadwerkelijk geactiveerd. Het is zelfs mogelijk dat er een bijbehorende ontstekingsreactie ontstaat.
“Al die overactieve gedachten, emoties en herinneringen en fysieke overbelasting leiden tot chronische stress,” legt Fleming uit. “Daardoor komt er structureel meer van het hormoon cortisol vrij in het brein. Dat versterkt weer de gevaarboodschap in het emotionele deel, waar op die manier meer en meer verbindingen worden aangelegd.” Een vicieuze cirkel: de gevaarboodschap neemt nodeloos toe, en de kans op pijn wordt zo steeds groter.
Leren begrijpen hoe pijn werkt, maakt haar al minder bedreigend, houdt Fleming haar cliënten in revalidatiecentrum Reade met succes voor. “Zo ontstaat er ruimte in het brein om die verkeerd aangelegde paden te laten overwoekeren. En je reserves en activiteiten geleidelijk weer op te bouwen. Als de conditie op die manier langzaam verbetert, kun je je eigen brein leren dat er echt geen gevaar dreigt bij een beetje beweging.”  

Gepubliceerd in Psychologie Magazine, 2022. Foto: julien Tromeur via Unsplash.