Wekelijks belanden ruim 300 mensen in het ziekenhuis door verkeerd medicijngebruik. Soms zelfs met fatale afloop. Hoogleraar klinische farmacie Patricia van den Bemt: “Je kunt zelf veel doen om het risico op fouten met geneesmiddelen te verkleinen.”
Het is nogal wat: jaarlijks komen circa 16.000 mensen onnodig in het ziekenhuis terecht, omdat er iets mis is gegaan met hun medicijnen. Dat zijn er dus zo’n 44 per per dag. Een schrikbarend groot aantal. Toch hoor je hier maar weinig over. Misschien omdat missers met medicijnen veelal onzichtbaar blijven. Of omdat ze moeilijk onder één noemer te scharen zijn. In het ene geval gaat het immers mis bij het voorschrijven, in het andere bij het toedienen. Dat maakt het probleem ongrijpbaar. Maar met zulke cijfers kun je hoe dan ook over een stille ramp spreken.
Ziekenhuisapotheker, klinisch farmacoloog en epidemioloog Patricia van den Bemt van het UMCG doet al jaren onderzoek naar medicatieveiligheid. “Simpel gezegd gaat het over de vraag: krijgt de juiste cliënt het juiste medicijn op de juiste tijd in de juiste hoeveelheid en op de juiste manier”, legt ze uit. “Op al die punten valt nog een wereld te winnen.”
Wat gaat er zoal mis?
“Er komt heel wat kijken bij medicijngebruik: voorschrijven, overdracht, klaarmaken, afleveren en toedienen. Bij elk van die stappen — waarbij ook nog eens veel verschillende mensen betrokken zijn — kan iets fout gaan. Een arts klikt bijvoorbeeld een verkeerd medicijn aan in de computer. Of hij kiest een middel dat niet goed samengaat met andere geneesmiddelen die een patiënt gebruikt. Verpleegkundigen kunnen de mist ingaan, bijvoorbeeld omdat ze de verkeerde dosering geven of niet hygiënisch genoeg werken. En dan zijn er nog de obstakels bij de patiënten zelf. Die nemen hun medicijnen bijvoorbeeld niet trouw in, of ze stoppen er voortijdig mee. Ter geruststelling: de meeste fouten worden op tijd ontdekt.”
Toch gaat het heel vaak wél verkeerd. Met wat voor gevolgen?
“Jaarlijks belanden zo’n 34.000 mensen met medicijngerelateerde problemen in het ziekenhuis. Bij de helft van hen was daar niets aan te doen. Een patiënt heeft dan bijvoorbeeld een ernstige bijwerking van een middel. Maar in alle andere gevallen was een opname dus mogelijk te voorkomen geweest. Los daarvan ontstaan er nog veel meer problemen die — gelukkig — niet tot een ziekenhuisopname leiden. Hoeveel precies weten we niet.”
Sterven er veel mensen door medicatiefouten?
“Ook daar hebben we geen exacte cijfers over. Neem een vrouw van tachtig die twaalf verschillende medicijnen gebruikt, waaronder bloeddrukverlagers en slaapmiddelen. Zij valt, breekt haar heup, krijgt in het ziekenhuis een longontsteking en overlijdt daaraan. Grote kans dat de oorzaak van haar dood mede ligt in medicatie die haar duizelig en instabiel maakte. Maar dat wordt dan niet als officiële doodsoorzaak geregistreerd. Hoe dan ook is elk geval er natuurlijk één te veel.”
Daarover gesproken: zeker bij oudere mensen lijken dokters vaak medicijnen te ‘stapelen’.
“Dat is zeker een probleem. Patiënten krijgen dan bijvoorbeeld een extra middel tegen de bijwerkingen van een ander medicijn, terwijl het beter zou de dosering van de oorspronkelijke medicatie aan te passen. Of ze gebruiken medicijnen veel langer dan nodig. Veel voorgeschreven middelen als bloeddruk- en cholesterolverlagers kunnen op hoge leeftijd bijvoorbeeld meer kwaad dan goed doen. Wat dat betreft zouden artsen inderdaad vaker moeten ‘ont-voorschrijven’.
Los daarvan vind ik dat in de studie geneeskunde veel te weinig aandacht is voor hoe je als dokter verantwoord medicijnen voorschrijft. Vandaar dat er een toets is ontwikkeld, die nieuwe artsen moeten doen, voordat ze daadwerkelijk recepten mogen gaan uitgeven. Ook bestaande artsen kunnen hiermee oefenen.”
Wat gebeurt er verder om het aantal fouten naar beneden te krijgen?
“De afgelopen jaren is er enorm veel geïnvesteerd in het veiliger maken van het proces. Recepten worden eigenlijk nooit meer met de hand geschreven. Dat scheelt enorm veel fouten. Veel apotheken en ziekenhuizen scannen alle medicatie, zodat ze precies weten wie wat wanneer heeft gehad. In ziekenhuizen en instellingen zijn bovendien tal van veiligheidschecks ingebouwd. Bijvoorbeeld door een middel en dosering door twee deskundigen te laten checken. Verder is er steeds meer aandacht voor — nog — betere voorlichting aan patiënten over hoe je medicatie moet gebruiken.”
Wat kun je als patiënt zelf doen?
“Het allerbelangrijkste is goed opletten en je gezonde verstand gebruiken. Als je denkt dat er iets niet klopt met je medicijnen, kaart het dan aan bij je arts, verpleegkundige of apotheker. Zorg er verder voor dat je zorgverleners goed op de hoogte zijn van alle medicatie die je gebruikt. Óók van middelen die je zonder recept bij de drogist of supermarkt koopt. Als je bijvoorbeeld regelmatig sterke pijnstillers — NSAID’s zoals ibuprofen, diclofenac of naproxen — slikt, is dat voor zorgverleners belangrijk om te weten. Hetzelfde geldt voor alternatieve middelen. Zo kan St. Janskruid de werking van bepaalde medicijnen ernstig verstoren.
Heb je veel verschillende medicatie en twijfel je of je die allemaal echt nodig hebt? Vergeet je ze regelmatig in te nemen? Of heb je veel last van bijwerkingen? Vraag dan een medicatiebeoordeling aan bij je apotheek. Dat is een soort APK-keuring voor medicijngebruik. Samen met je apotheker neem je je geneesmiddelen door. Zo nodig geeft die tips. Als er iets moet worden aangepast, overlegt de apotheker dat met je huisarts.”
[Kader]
HERKENBAAR?
- “Ik vergeet mijn medicatie regelmatig.”
Oplossing: De apotheek kan verschillende medicijnen in een speciale doos of rol aanleveren, zodat je voor elk innamemoment de juiste hoeveelheid pillen bij elkaar hebt. Verder zijn er verschillende apps die je eraan helpen herinneren je medicatie op tijd in te nemen. - “Ik heb last van vervelende bijwerkingen.”
Oplossing: Overleg met je arts. Zo nodig past die de dosering aan, of schrijft hij een ander middel voor. Of hij kan iets geven wat de bijwerkingen tegengaat. Verschillende medicijnen kunnen elkaar ook ‘in de weg’ zitten. Meld daarom altijd bij de apotheek welke vrij verkrijgbare middelen (zoals pijnstillers) je gebruikt. Dat net zo goed als je medicijnen uit het ziekenhuis hebt meegekregen, of als je op vakantie medicatie hebt gehaald. - “Ik vind het moeilijk om pillen door te slikken.”
Oplossing: Veel mensen gooien tijdens het slikken hun hoofd naar achteren. Door het hoofd naar voren te buigen terwijl je de tablet of capsule met water doorslikt, gaat het veel gemakkelijker. Bij aanhoudende slikproblemen kun je advies vragen aan je apotheker. - “Nu ik de bijsluiter heb gelezen, durf ik mijn medicatie niet meer te nemen.”
Oplossing: Medicijnfabrikanten zijn wettelijk verplicht alle bijwerkingen die ooit zijn voorgekomen op de bijsluiter te vermelden. Begrijpelijk dat je daar zenuwachtig of bang van wordt. Vraag je huisarts of apotheker hoe groot jouw kans is op verschillende bijwerkingen en wat je moet doen als je daar last van krijgt. - “Ik zie het nut niet in van mijn medicijnen.”
Oplossing: Misschien merk je geen effect van je medicatie, zijn je klachten al over of vind je het maar ‘chemische troep’. Bespreek twijfels met je dokter of apotheker. Vaak blijken ze gebaseerd op misverstanden. Zo niet, dan is het misschien beter om in overleg de dosering aan te passen of van middel te veranderen.
[Kader]
WANNEER IS EEN (JAARLIJKSE) MEDICATIEBEOORDELING VERSTANDIG?
- Als je langere tijd vijf of meer verschillende medicijnen gebruikt, en/of
- Als je problemen ervaart bij het gebruik van je medicijnen, en/of
- Als je 65 of ouder bent.
Interesse in een medicatiebeoordeling? Vraag ernaar bij je apotheek of huisarts. Onder bepaalde voorwaarden vergoedt de zorgverzekeraar zo’n gesprek. Check dat vooraf.
[Kader]
HANDIGE APPS
- In de Apotheek-app (een initiatief van KNMP, de beroeps- en brancheorganisatie van Nederlandse apothekers) vind je:
-
- alle medicijnen overzichtelijk op alfabet;
- informatie over klachten, aandoeningen en ziekten;
- apotheken in de buurt.
-
- De Kijksluiter-app biedt zo’ 5.000 animatievideo’s, waarin de bijsluiter van een medicijn in begrijpelijke taal wordt uitgelegd. Inmiddels is voor meer dan tachtig procent van alle nieuw voorgeschreven medicijnen een kijksluiter beschikbaar.
Gepubliceerd in Radar+, herfst 2020. Foto: Anna Shvets (Pexels.com).