Op 26 februari 2020 bracht een ambulance bij het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg ‘patiënt nul’ binnen: de eerste coronapatiënt in Nederland. Op dat moment kon niemand vermoeden dat slechts een paar maanden later alle IC’s vol zouden liggen. Ziekenhuisbaas en hoogleraar Bart Berden: “Corona heeft de ziekenhuiszorg voorgoed veranderd.
NB: Dit artikel is geschreven in de zomer van 2021, toen de coronacrisis grotendeels achter de rug leek. Het interview vond plaats in de periode dat de coronamaatregelen werden losgelaten. Inmiddels is de situatie weer anders en is in veel ziekenhuizen de reguliere zorg weer afgeschaald door het toenemende aantal coronapatiënten.
Nu we ons gewone leven steeds meer hervatten, voelt het alsof de coronacrisis grotendeels achter de rug is. Maar niet voor Bart Berden, bestuursvoorzitter van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg en Waalwijk en bijzonder hoogleraar organisatieontwikkeling van de ziekenhuiszorg. Hij is nog dagelijks druk met de consequenties van de pandemie voor zijn ziekenhuis. Terugblikken is volgens hem dan ook nog lang niet aan de orde. “Ik denk dat het veel mensen ontgaat, maar in de zorg zitten we nog middenin de crisis. Let wel: nog altijd besteden we 10 tot 20 procent van onze capaciteit aan coronazorg. Dat eist zijn tol van ons personeel, zowel lichamelijk als geestelijk. Niet voor niets is het ziekteverzuim in onze sector in achttien jaar niet zo hoog geweest. Bovendien kunnen we die coronacapaciteit niet voor andere zorg inzetten.”
Daarover gesproken: tijdens de pandemie hebben ziekenhuizen noodgedwongen veel reguliere zorg uitgesteld, en zo grote achterstanden opgelopen. Alleen al in Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis moeten ze nog zo’n 6000 operatie-uren inhalen. Elders is de situatie niet veel beter.
Met als gevolg…?
“Dat patiënten hun leven soms lange tijd ‘on hold’ hebben moeten zetten, in afwachting van een behandeling. Dan heb ik het niet alleen over mensen die op de wachtlijst staan voor een nieuwe heup of knie, maar over de hele linie van de zorg. Ook voor zorgpersoneel is het trouwens zwaar om niet altijd de zorg te kunnen bieden die ze willen. Dat hoor ik dagelijks en stelt onze medewerkers erg op de proef. Kortom: we zijn er nog lang niet. De gevolgen van corona zullen in de ziekenhuizen tot ver in 2022 merkbaar zijn.”
Hoe gaat u al die achterstanden wegwerken?
“Dat is een gigantische opgave. Om te beginnen leiden we meer en sneller personeel op. Maar die medewerkers zijn natuurlijk niet van vandaag op morgen beschikbaar. Daarnaast zoeken we naar oplossingen in de organisatie van de zorg. Onder druk van corona verwezen huisartsen minder door en vonden er meer behandelingen thuis plaats. Dat bleek verrassend goed te gaan. Het zette ons aan het denken: is de gebruikelijke ziekenhuiszorg wel altijd nodig? Daar kijken we nu nog secuurder naar. Zo proberen we meer capaciteit vrij te maken voor de dingen die écht moeten. Dat doen we onder meer ook met de nieuwe ‘brugafdeling’, die we in november 2020 in ons ziekenhuis hebben geopend. Dat is een afdeling met minimale zorg — en dus minder personeel — waar patiënten na een operatie verblijven, in afwachting van een plek in de revalidatie of in een verpleeg- of verzorgingshuis.”
Patiënten zijn misschien bang dat dit soort maatregelen ten koste gaan van de kwaliteit van de zorg.
“Die kwaliteit is onverminderd hoog. Maar de coronacrisis heeft wel voor een reality check gezorgd: er zitten grenzen aan hoeveel hoogwaardige zorg we kunnen bieden. We zullen dus kritischer moeten worden op hoe we de beschikbare capaciteit zo doeltreffend mogelijk verdelen. Een voorbeeld. Een rokende man van 40 meldt zich bij de huisarts. Hij heeft geen klachten, maar omdat zijn vader op z’n 40ste aan een longkanker is overleden, wil hij graag een longfoto laten maken. Om hem gerust te stellen, stemt de huisarts daar mogelijk mee in. Maar eigenlijk is zo’n foto op dat moment niet nodig, en dus een onverantwoorde belasting van de zorg.”
Zijn we als burgers wat dat betreft verwend geraakt?
“Niet verwend, maar gewend aan dat alles kan. Ter illustratie: we schatten dat zo’n 15 procent van alle onderzoeken en behandelingen in het ziekenhuis niet geïndiceerd is. Oftewel: zonder medische aanleiding gebeurt. Dat is niet langer houdbaar. We zullen onze verwachtingen als zorgconsumenten echt moeten bijstellen. Het betekent bijvoorbeeld: na kanker of een hartinfarct niet eindeloos bij een specialist onder controle blijven als daar geen gegronde reden voor is.”
Veel patiënten zullen dat een moeilijke boodschap vinden.
“Begrijp ik heel goed. Daarom is het zo belangrijk dat zorgverleners dit zorgvuldig uitleggen. En dat patiënten samen met hun dokter, in goed overleg en met vertrouwen besluiten nemen. Shared decision making, heet dat met een deftige Engelse term. We zijn daar in de zorg al jaren mee bezig, maar door de coronacrisis en de enorme achterstanden in de ziekenhuizen is dat nóg belangrijker geworden. Vandaar ook dat onlangs ook een landelijke campagne over samen beslissen is gestart: begineengoedgesprek.nl.”
Heeft corona de ziekenhuiszorg blijvend veranderd?
“Dat weet ik wel zeker. Op allerlei niveaus. Wat de organisatie betreft was marktwerking afgelopen decennia het toverwoord. Maar concurreren en je kaarten tegen de borst houden werkt in een crisis niet. Gelukkig hebben alle partijen elkaar tijdens de pandemie snel gevonden en uitstekend samengewerkt. Met betere en efficiëntere zorg tot gevolg. Als de huisartsen en verpleeghuizen niet zoveel hadden bijgedragen, waren de ziekenhuizen — net als in Italië — compleet overspoeld. Een wijze les. We blijven dus ook na de crisis intensief overleggen en kennis en data delen.”
En op de werkvloer?
“Daar zijn tal van voorbeelden van veranderingen te geven. Ik noemde al onze nieuwe brugafdeling. Verder deden we tijdens de lockdown de helft van alle consulten in ons ziekenhuis digitaal. Beeldbellen bestond natuurlijk ook vóór corona al, maar de pandemie heeft de digitalisering in een stroomversnelling gebracht. Veel patiënten bleken het heel prettig te vinden om niet voor een afspraak te hoeven reizen. Uiteraard wil een grote groep de dokter toch ook graag persoonlijk zien, dus inmiddels is het percentage weer gedaald. Maar zorg-op-afstand gaat ons zeker ook helpen om de beschikbare capaciteit nog beter te benutten.”
Tot slot: komen we ooit af van coronamaatregelen in het ziekenhuis?
“Ik weet eerlijk gezegd niet of we dat moeten willen. Meer afstand houden, handen veelvuldig ontsmetten, mondkapjes dragen: die voorschriften pakken in het ziekenhuis heel goed uit. Ze helpen immers om de kans op — allerlei — besmettingen te verkleinen. Niet voor niets werden er afgelopen winter veel minder mensen met griepcomplicaties opgenomen, om maar een voorbeeld te noemen. De handpompjes met desinfecterende gel blijven dus zeker. Op grotere schaal werken deze inzichten trouwens ook door. In ons eigen ziekenhuis zijn we bijvoorbeeld druk bezig met verbouw- en nieuwbouwplannen. Daarbij houden we nu extra rekening met onderlinge afstanden. Ik weet zeker dat de ervaringen met corona de zorg zo uiteindelijk op allerlei manieren beter gaan maken.”
[Kader]
Uitgestelde zorg komt soms te laat
Door corona is veel zorg uitgesteld. Zes verschillende registraties van medisch specialistische zorg hebben de cijfers daarover bij elkaar gelegd. De voornaamste conclusie: in 2020 zijn er minder mensen behandeld voor ernstige ziekten als kanker en spoedeisende hartziekten, vooral in de eerste golf. Ook omdat patiënten zichzelf minder snel meldden. Bij de tweede golf deden artsen de oproep om met dit soort spoed toch snel naar het ziekenhuis te komen. Dat hielp, en zijn er meer patiënten behandeld.
De mensen achter deze registraties concluderen dat de kwaliteit van de geleverde zorg niet in het geding was: er waren niet méér (overlijdens door) complicaties. Die cijfers zeggen echter niet alles over hoe patiënten eraan toezijn. Uitgestelde hartoperaties kunnen bijvoorbeeld leiden tot blijvende gezondheidsschade en tot eerder overlijden, erkennen de specialisten van de registers. Bart Berden: “In ons ziekenhuis hebben we altijd acute zorg kunnen bieden, ook tijdens de eerste coronagolf. Maar de kans is inderdaad aanwezig dat sommige niet-acute patiënten door uitstel schade hebben opgelopen. Bijvoorbeeld mensen met een agressieve vorm van huidkanker, die pas in een later stadium werd ontdekt. Dat is een heel bittere pil en misschien wel de naarste bijwerking van corona.”
[Testimonial 1]
In de zomer en herfst van 2020 lag Ad van Oerle (69) 85 dagen op de intensive care met een zeldzame Legionella-infectie.
“Hoge koorts, een lamlendig gevoel en benauwdheid, daar begon het mee. De huisarts kwam meerdere keren langs, steeds in vol beschermd ornaat. Ondanks verschillende negatieve testen hield hij het op COVID. Toen mijn koorts opliep naar 42 graden, stuurde hij me naar het ziekenhuis. Ook daar vermoedden ze COVID, dus moest ik in quarantaine. Na weer een reeks negatieve testen verhuisde ik een paar dagen later naar de reguliere IC.
Omdat mijn toestand steeds verder verslechterde, werd ik in slaap gebracht en beademd. In totaal heeft dat vier weken geduurd. In die periode is mijn familie bij mijn bed geroepen, omdat niet zeker was dat ik het zou halen. Als ik daarover denk, krijg ik een brok in mijn keel.
Na lang zoeken werd eindelijk de oorzaak van mijn klachten gevonden: een zeldzame variant van de Legionella-bacterie, ‘longbeachae’. Waarschijnlijk heb ik die opgelopen bij het verwerken van compost in mijn tuin. Bovendien bleek ik een lichte vorm van leukemie te hebben, die mijn afweer had verzwakt. Met een combinatie van antibiotica was de heftige infectie gelukkig goed te behandelen.
Dat de artsen de eerste dagen vasthielden aan een COVID-diagose heeft de zoektocht naar de werkelijke oorzaak volgens mij onnodig vertraagd. Gelukkig is het met een sisser afgelopen en heb ik verder uitstekende zorg gehad. Het herstel duurt lang; ik ben nog steeds niet helemaal de oude. Maar dat ik weer kan fietsen en klussen is al heel wat.”
[Testimonial 2]
Door corona moest Gerda van Hunnik-van Wijk (83) tien maanden op haar heupoperatie wachten.
“Ik heb bijna een jaar verloren. En dat terwijl de klok op mijn leeftijd natuurlijk extra hard tikt. Heel moeilijk vond ik dat. Des te meer omdat ik een heel actief type ben. Ik troostte mezelf met de gedachte dat ik door corona ook zonder klachten waarschijnlijk lang aan huis gekluisterd zou zijn geweest. Maar zwaar was het wel.
Begin 2020 begon ik moeilijk te lopen. Ik zakte steeds vaker door mijn linkerheup en had veel pijn. De huisarts verwees me door naar de specialist. In april kreeg ik een telefonisch intake, in mei een lichamelijk onderzoek op de poli. Het oordeel was duidelijk: ik had een nieuwe heup nodig. Toen begon het lange wachten. Vanwege corona werd mijn operatie namelijk steeds uitgesteld. Uiteindelijk was ik pas in maart 2021 aan de beurt. Al die tijd kon ik nauwelijks nog lopen.
Wat was ik dus blij toen ik eindelijk de oproep kreeg. De operatie verliep zeer voorspoedig; na twee dagen ziekenhuis en twee weken revalidatie was ik weer op de been en kon ik naar huis. Ik heb mijn dagelijkse wandelroutine meteen hervat. Fietsen en autorijden lukten ook snel weer. Wat een vrijheid!
Helaas begon al snel na de ingreep mijn andere heup op te spelen. Door het lange wachten is die waarschijnlijk flink overbelast geweest. Een tweede operatie bleek onafwendbaar. Die heeft eind augustus plaatsgevonden.
Corona heeft mijn leven dus op meerdere manieren flink zuur gemaakt. Maar het was niet anders. De uiteindelijke zorg was er gelukkig niet minder om. Dat ik in het ziekenhuis en bij de revalidatie weinig bezoek mocht ontvangen, deerde me niet. Met mijn iPad en videobellen redde ik me prima.”
Gepubliceerd in Plus Magazine, december 2021.