Levenslessen van geheugentrainer Boris Konrad

Neurowetenschapper en geheugentrainer Boris Konrad (34) leert in een halve minuut de volgorde van een geschud pak spelkaarten uit zijn hoofd. Maar waarom zou je dat willen? “Geheugentraining houdt je hersenen gezond.”

Les 1: Een topgeheugen krijg je niet, dat creëer je
“‘Wanneer merkte u dat u zo’n goed geheugen had?’, vragen mensen me vaak. Daar klinkt de verwachting in door dat ik een indrukwekkend talent heb. Of — minder positief — dat ik een soort freak ben. ‘Sinds ik door een radioactieve spin ben gebeten’, zeg ik dan gekscherend. De werkelijkheid is minder spannend. Mijn topgeheugen heb ik te danken aan geheugentraining. Heel veel geheugentraining.”

Les 2: Geheugentraining kan je veel tijd besparen
“Op mijn 17e zag ik in Duitsland op tv een populair-wetenschappelijk showprogramma. Daarin kreeg een presentatrice een uur geheugentraining. Aan het begin van de uitzending kon ze zeven van twintig willekeurige woorden reproduceren, aan het eind negentien van de twintig. Ik was diep onder de indruk. Dat wil ik ook, dacht ik. Tot dan behoorde ik op school qua prestaties tot de middenmoot. Ik was er niet helemaal gerust op dat ik mijn eindexamen zou halen, dus een supergeheugen leek me handig. Via internet bestelde ik voor drie euro een tweedehands boek over geheugentraining. ’s Avonds oefende ik op mijn kamer. Ik weet natuurlijk niet hoe ik het er anders vanaf had gebracht, maar mijn eindexamencijfers waren in ieder geval flink hoger dan mijn gemiddelden van daarvoor. De echte winst kwam trouwens pas de jaren erop. Dankzij mijn training lukte me om twee studies naast elkaar te doen. Ik hield zelfs nog tijd over voor mijn nieuwe hobby: geheugensport.”

Les 3: Neem je herinneringen met een korreltje zout
“Je verwacht misschien dat wetenschappers de plek van het geheugen in de hersenen precies kunnen aanwijzen. Als bij een computer die je openschroeft: dáár zit de harde schijf. Niet dus. Er is niet één geheugengebied in het brein. Zelfs afzonderlijke herinneringen hebben geen vaste plek. Als je een specifieke gebeurtenis terughaalt, construeren je hersenen die uit allemaal losse puzzelstukjes. Realiseer je wel: elke keer als dat gebeurt, vormt zich een nieuw tafereel. Eventueel ontstane hiaten vult je brein met de nodige creativiteit in. Als ik bijvoorbeeld een oude vriend tegenkom uit mijn studiejaar in Engeland, worden eerst algemene herinneringen uit die tijd geactiveerd. Dan denk ik aan de kroeg in ons studentencomplex en de leuke feesten die we daar hadden. Vervolgens komt daar specifiekere informatie bij, over dat ik samen met hem de studentensport Ultimate Frisbee speelde en het daarna de kroeg in ging. Grote kans dat mijn brein die losse onderdelen samenveegt en er één levensechte herinnering van maakt. Terwijl die dus nooit exact zo heeft plaatsgevonden. Daar komt bij dat onze ervaringen en standpunten van nu onze herinneringen van vroeger kleuren. Als ik mijn dochter van 1,5 een avocado zie eten, herinner ik me dat ik die vrucht zelf op de kinderopvang ook at. Maar avocado bij een kinderdagverblijf in 1990? Niet erg waarschijnlijk. Mijn hersenen projecteren het heden dus op het verleden. Kortom, je doet er goed aan je geheugen met een korreltje zout te nemen.”

Les 4: Leg nieuwe breinwegen aan
“Een jaar na dat ik de geheugenshow op tv had gezien, was er weer zo’n programma. Deze keer deed er een jongen van mijn leeftijd mee. Met open mond zag ik hoe hij moeiteloos de eerste duizend cijfers van het getal pi kon opnoemen. Ondanks mijn training leek zoiets me onmogelijk. Hoe lukte hem dat? Via het instantmessagingprogramma ICQ — Facebook bestond nog niet — stuurde ik hem een bericht. Hij vertelde me over de geheugensportwedstrijden waar hij aan meedeed. Daarbij troeven deelnemers elkaar af door bijvoorbeeld lange getallen, woordenlijsten, historische data of tien geschudde kaartspellen in hun hoofd te prenten. Het competitieve deel in mij werd wakker. Na flink online te hebben geoefend, stapte ik in Hattingen, waar ik woonde, op de trein naar het Duitse kampioenschap in Weinheim. Tot mijn verrassing won ik meteen een onderdeel waarbij ik woordjes uit mijn hoofd moest leren. Dat smaakte naar meer. Tot op heden heb ik veertien keer aan het wereldkampioenschap meegedaan. En ik sta vier keer in het Guinness Book of Records, onder andere voor het in twee minuten onthouden van de namen en geboortedata van 21 mensen. Toch heb ik zoals gezegd een brein als ieder ander. Wat maakt dan dat ik dit kan? Naar die vraag ben ik later promotie-onderzoek gaan doen. Zo ontdekte ik dat geheugensporters met hun training niet zozeer hun geheugencapaciteit vergroten als wel meer en betere wegen tussen hersengebieden aanleggen. Op die manier kunnen ze als het ware hun kortetermijngeheugen omzeilen en informatie meteen in het langetermijngeheugen vastleggen.”

Les 5: Creëer je eigen geheugenpaleis
“Van nature is je brein eigenlijk helemaal niet goed in het onthouden van abstracte zaken, zoals taal en getallen. Dat heeft met de evolutie te maken. Om te overleven moet je een beeld hebben van waar het veilig is, van wat je kunt eten, van wie je kunt vertrouwen. Van plaatjes kortom. Het geheugen dáárvoor is goed ontwikkeld. Maar voor het onthouden van namen, buitenlandse woordjes, cijfers of formules veel minder. Vandaar dat we bij geheugentraining de twee combineren. De bekendste oefenmethode is die van het ‘geheugenpaleis’. Daarbij leg je in gedachten een vaste route aan, bijvoorbeeld door je huis. Het eerste punt is de voordeur, het tweede de kapstok en ga zo maar door. Vervolgens koppel je de zaken die je wilt onthouden aan die plekken. Dat werkt het beste als je er een verhaaltje bij bedenkt. Stel, je wilt je een boodschappenlijstje inprenten. Dan plaats je de items daarop in gedachten langs je denkbeeldige route. Bij de voordeur zet je rijst en yoghurt. Daar verzin je een scène bij. Hoe gekker het beeld, hoe beter je het onthoudt. Dus: als je bij de voordeur staat, zie je een bruidspaar langskomen. Hun gasten gooien met rijst, maar in de lucht verandert die in yoghurt, waardoor de bruid en bruidegom helemaal nat worden. Zo ga je de verschillende plekken op je route langs. Als je dat in de supermarkt vervolgens in gedachten wéér doet, kun je alles geheid terughalen. En nog in de juiste volgorde ook. Zo heb je ook technieken om bijvoorbeeld cijfers of namen te onthouden.”

Les 6: Een smartphone is funest voor je geheugen
“We kennen vrijwel geen telefoonnummers meer uit ons hoofd. In de auto volgen we blindelings het navigatiesysteem. En verjaardagen weten we alleen omdat onze elektronische agenda ons eraan herinnert. Zelfs hun eigen rekeningnummer, telefoonnummer of postcode moeten veel mensen op hun mobieltje opzoeken. Het mag duidelijk zijn dat dat je geheugen niet ten goede komt. Nou en?, hoor ik vaak. Waarom zou je zoveel moeite doen om dingen te onthouden? Je kunt toch gewoon een lijstje maken? Of feiten op internet opzoeken? Natuurlijk, maar daarmee doe je je brein geen plezier. Net als voor de rest van je lichaam geldt voor je geheugen: use it or lose it. Hoe minder je het gebruikt, hoe meer verbindingen er verloren gaan en hoe groter de kans op problemen. Andersom heeft een goed getraind brein een grotere reservecapaciteit. Als er door veroudering of ziekte bepaalde verbindingen beschadigd raken, heb je alternatieve routes voorhanden. Zo helpt geheugentraining om je brein gezond te houden. Mogelijk kan het zelfs een ziekteproces als Alzheimer vertragen. Mits je eraan begint vóór je klachten krijgt. Alle reden dus om je smartphone wat vaker aan de kant te leggen en iets uit je hoofd te leren.”

Les 7: Geef alle kinderen geheugentraining
“Ik zou willen dat iedereen de kans krijgt om te ervaren wat een wonder zijn of haar geheugen is. Het liefst al als kind, want op school kun je zoveel profijt van een goed geheugen hebben. Niet alleen om makkelijker woordjes of jaartallen te stampen. Ook om dingen te begrijpen en verbanden te leggen. Dat lukt immers alleen als je éérst feitenkennis verzamelt. Later in je leven kan een goed geheugen je bijvoorbeeld in je werk goed van pas komen. Zo waarderen mensen het enorm als je hun naam onthoudt. En dan bevordert geheugentraining ook nog de creativiteit. Ik kan niet wachten om met mijn eigen kinderen te gaan oefenen. Met hun 0 en 1,5 jaar zijn ze nu nog te klein. Maar vanaf een jaar of vijf kun je al geheugenspelletjes met kleuters doen. Begin met het koppelen van begrippen en beelden, bijvoorbeeld met behulp van een dierenalfabet. Echte geheugentraining lukt vanaf acht of negen, als kinderen meer taalvermogen hebben. Overigens heeft geheugentraining — met een gezond brein — op elke leeftijd zin. De oudste cursist die ik heb gehad was 92. Door flink te oefenen kon zij zelfs twintigers verslaan.”

Les 8: Veranker je dierbaarste herinneringen
“Om te zorgen dat ik mijn waardevolle herinneringen voor altijd bij me houd, sla ik ze goed op. Dat doe ik door ze regelmatig bewust terug te halen. Om te beginnen op de dag dat ze hebben plaatsgevonden. En daarna bijvoorbeeld na een week, een maand en een half jaar nog een keer. Ik doe dat trouwens ook met mijn vrouw. Als we samen in de auto zitten of een ontspannen avondje hebben, stellen wij elkaar vragen. Welke hoogtepunten herinner je je van onze reis naar de Verenigde Staten? Dan hebben we het even over dat we in de Grand Canyon helemaal naar beneden zijn gewandeld. Door zulke  herinneringen weer voor de geest te halen en hardop te benoemen, fixeer je ze zo stevig mogelijk.”

[Kader]
Neurowetenschapper en geheugentrainer Boris Konrad (Bochum (Duitsland), 1984) studeerde natuurkunde en informatica in Dortmund en promoveerde in de psychologie bij het Max Planck Instituut in München. Nu is hij als post-doc-onderzoeker verbonden aan het Donders Instituut van de Radboud University en RadboudUMC in Nijmegen. Konrad werd zowel individueel als met het Duitse landenteam meerdere keren wereldkampioen geheugensport. Hij staat met vier geheugenrecords in het Guinness Book of Records. Afgelopen september verscheen zijn boek De geheimen van ons geheugen (Ambo|Anthos). Konrad is getrouwd. Samen met zijn Nederlandse vrouw Mariette en hun dochter Eva-Maja (1) en zoon Mats (0) woont hij in Nijmegen.

Gepubliceerd in Trouw, 17 november 2018. Foto: Merlijn Doomernik