De Meppelse huisarts Sebastiaan Dam stond mede aan de wieg van Spectrum Medisch Centrum, met meer dan twintig zorgaanbieders een van de grootste gezondheidscentra van Nederland. Wat hen bindt, is dat ze allemaal werken met ‘Positieve Gezondheid’. Oftewel: bij het maken van gezondheidskeuzes uitgaan van de eigen kracht van patiënten. “Niet de dokter of de ziekte, maar de mens staat voor ons centraal.”
Paspoort
- Naam: Sebastiaan Dam
- Geboren: 1974 in Hengelo
- Opleiding: studeerde eerst een jaar biologie en daarna geneeskunde in Groningen. Specialisatie huisartsgeneeskunde in Leiden.
- Werk: begon in 2005 als huisarts in Den Haag. In 2007 verhuisde hij naar Meppel, waar hij sindsdien huisarts is. Vanaf 2016 vormt hij met drie andere huisartsen een groepspraktijk in het Spectrum Medisch Centrum, dat ze samen met een apotheek en een fysiotherapeut oprichtten.
- Privé: samenwonend, vier kinderen tussen de 19 en 12 jaar
Wat Positieve Gezondheid precies is, legt huisarts Sebastiaan Dam (48) graag uit aan de hand van een voorbeeld uit zijn praktijk. “Onlangs had ik een vrouw van in de veertig op mijn spreekuur, die jaren geleden een herseninfarct heeft gehad”, vertelt hij in de lichte vergaderruimte op de eerste verdieping van het Spectrum Medisch Centrum in hartje Meppel. “Sindsdien heeft ze in het dagelijkse leven last van beperkingen. Lichamelijk, maar bijvoorbeeld ook met haar geheugen en concentratie. Sommige problemen zijn blijvend. Als dokter kun je ervoor kiezen om je uitsluitend te richten op de aanpak daarvan. Bijvoorbeeld door steeds weer een ander medicijn voor te schrijven of naar een andere behandelaar door te verwijzen. Maar bij veel chronische aandoeningen los je daarmee op z’n best tijdelijk iets op. Bovendien focus je zo uitsluitend op de gebreken, op wat níét meer lukt. Geloof me, daar worden patiënten over het algemeen niet beter van. In zo’n geval zijn die veel meer gebaat bij andersoortige, coachende hulp.”
Daar komt Positieve Gezondheid om de hoek kijken. Bij die aanpak leggen zorgverleners het accent op de eigen regie en zelfredzaamheid van mensen, en op wat het leven voor hen betekenisvol maakt. (Zie kader, red.) “Door samen op zoek te gaan naar hoe we iemands veerkracht kunnen vergroten, gaat een patiënt zijn klachten vaak anders beleven”, legt Dam uit. “Die ontdekt zo dat hij, met kleine stappen, meer invloed heeft op zijn gezondheid heeft dan hij misschien dacht. Op de lange termijn heeft hij daar veel meer aan.”
Zo ging het ook met de dame van zijn spreekuur. Zij had zich vastgebeten in een zoektocht naar de oorzaak van haar klachten. Daardoor was ze constant met haar beperkingen bezig. “Door het gesprek hierover te voeren, veranderde haar kijk. Ze richt zich nu meer op wat ze fijn vindt. Op waar haar mogelijkheden nog wél liggen, en hoe ze die beter kan benutten. Daardoor staat ze nu heel anders in het leven en zijn de klachten draaglijker.”
Beter
Dam leerde deze manier van werken niet tijdens zijn studie geneeskunde of zijn specialisatie tot huisarts. “De zorg is van nature conservatief”, stelt hij. “Dokters focussen op ziektes en klachten, en hoe ze die kunnen oplossen. Daar worden we voor opgeleid. Dat deed ik dus ook toen ik in 2005 als huisarts begon.” Al snel voelde hij in zijn onderbuik echter dat er iets miste. “Ik wilde patiënten niet de wet voorschrijven, maar ze ondersteunen op hun levenspad. Om zo samen een blijvend antwoord te vinden op hun gezondheidsvragen. Hoe dat in de praktijk vorm moest krijgen, wist ik toen alleen nog niet.”
‘Beter worden’ gaat voor Dam dus over veel meer dan een ziekte genezen of een klacht verhelpen. En hoewel hij er als student misschien nog niet de juiste woorden aan kon geven, zat die behoefte er toen al wel in. “Op mijn 9e wist ik dat ik dokter wilde worden. Geen idee waar die drang precies vandaan kwam. Misschien uit mijn eigen ervaringen; als kind belandde ik vanwege oorinfecties regelmatig in het ziekenhuis. Ik had in ieder geval geen plan B. Ook niet toen de weg naar heb dokterschap lang en hobbelig bleek.”
Op de basisschool kreeg Dam namelijk een mavo-advies. Nadat hij daar met gemak het eerste jaar had gehaald, stimuleerde zijn vader hem om over te stappen naar het vwo, zodat hij zijn droom alsnog zou kunnen waarmaken. In zijn eindexamenjaar zakte hij echter. En toen hij het jaar daarop alsnog zijn vwo-diploma kreeg, werd hij uitgeloot voor geneeskunde. Toch twijfelde hij nooit of hij misschien iets anders moest gaan doen. “Dokter zijn is het enige wat ik ooit heb gewild.”
Na een jaar biologie werd hij gelukkig alsnog bij geneeskunde ingeloot. In eerste instantie koos hij voor de specialisatie kindergeneeskunde. “Om mensen te helpen de best mogelijke start te maken in het leven”. Na een jaar switchte hij echter naar huisartsgeneeskunde. “Kinderen verdwijnen na hun achttiende uit beeld. Ik wilde mijn mijn patiënten kunnen blijven volgen en steunen.”
De mens centraal
Dam deed twee jaar ervaring op bij een huisartsenpraktijk in Den Haag. Vervolgens vertrok de van oorsprong Twentenaar in 2007 met zijn zwangere vrouw naar Drenthe. Intuïtief had hij het gevoel dat Meppel hem goed zou passen: klein genoeg om echt verbinding te kunnen maken en groot genoeg om toch een beetje anoniem te blijven.
De eerste jaren had hij in Meppel een solopraktijk, in 2011 fuseerde met zijn collega Jac Feij. Samen filosofeerden ze over wat voor zorg ze in het liefst zouden willen bieden: persoonlijker, positiever en meer op maat. Juist in die tijd woonden ze op een congres een lezing bij van Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus Universiteit. Die hield een vlammend betoog over broodnodige veranderingen in de huisartsenzorg. Volgens hem moest de mens weer centraal komen te staan, in plaats van het systeem. “Toen we zijn visie hoorden, vielen alle puzzelstukjes op zijn plek. Zo gaan we het doen, dachten we.”
Lang verhaal kort: Dam volgde een opleiding transitiekunde bij Rotmans en verzamelde samen met zijn collega Feij een groepje gelijkgestemden om hen heen. Samen openden ze in april 2016 het Spectrum Medisch Centrum, een gezondheidscentrum van 4500 m2 in een voormalig Gamma-filiaal. Met als belangrijkste doel: de zorg dichtbij brengen en die om de patiënt heen organiseren. Concreet betekent dat, dat de behoefte van patiënten in alles leidend is. Bij besluiten over de inrichting (ruim, licht en kleurrijk), over de keuze voor zorgverleners die in het pand werken (ook een alternatieve behandelaar) en over de diensten die worden aangeboden (in het centrum kun je bijvoorbeeld ook terecht om bloed te laten prikken of een echo te laten maken). En ja, dat principe is net zo goed leidend als het genomen besluit meer tijd of geld kost, aldus Dam. “Bij alles stellen we onszelf de vraag: is de patiënt hiermee geholpen? We hebben bijvoorbeeld hemel en aarde moeten bewegen om de gemeente zo ver te krijgen in ons pand een derde locatie voor welzijnswerk te openen. Maar omdat we ervan overtuigd waren dat onze patiënten daar baat bij zouden hebben, zijn we net zo lang doorgegaan tot dat is gelukt.”
Een vuist maken
Ergens klinkt het natuurlijk tegenstrijdig: zorg-op-maat willen bieden in een van de grootste gezondheidscentra van Nederland. Maakt Dam zich geen zorgen dat de patiënten ook daar uiteindelijk een nummer worden? “Daar waken we iedere dag voor”, zegt hij stellig. “Zo hebben we als huisartsen de duur van onze consulten verlengd, van tien naar vijftien minuten. Dat geeft ons meer ruimte om coachende gesprekken te voeren. Aan de andere kant heb je in de zorg gewoon schaalgrootte nodig om dingen te kunnen veranderen. Toen ik nog in mijn eentje werkte, kreeg ik bij de gemeente of zorgverzekeraars niets voor elkaar. Maar met de grote aantallen patiënten die we nu vanuit ons centrum bedienen, kunnen we echt een vuist maken.”
Overigens hebben die patiënten volgens hem ook zelf voordeel van de schaalvergroting. “We bieden bijvoorbeeld veel ruimte aan maatschappelijk werk, welzijnswerk en buurtwerk. Dat is laagdrempelige hulpverlening, die bovendien niet ten koste gaat van het eigen risico. Verder kunnen onze patiënten voor veel verschillende zorgdiensten op één plek terecht. En we organiseren allerlei extra dienstverlening. Huisarts Carola Penninx verzorgt samen met gespecialiseerde fysiotherapeuten van PrimaLife wekelijks een spreekuur voor patiënten met hardnekkige schouderklachten. Waar nodig doen we zelf een echografie, al of niet met injectie. Huisarts Rob Arts biedt samen met een praktijkondersteuner, een psycholoog en een psychiater een compleet pakket van zorg voor kinderen en volwassenen met ADHD en ADD. En ik begeleid mensen met een vorm van verslaving. Al die zorg had ik in een solopraktijk nooit kunnen bieden.”
Duurzaam
Uiteindelijk draait alles om duurzaamheid, betoogt Dam. Duurzame relaties met patiënten en met collega’s. En duurzaam omgaan met de wereld om ons heen. “Het kan natuurlijk niet zo zijn dat we ons tot het uiterste inspannen om patiënten te helpen en tegelijkertijd de omgeving slechter te maken. Bovendien: wat goed is voor het klimaat, is goed voor de gezondheid van mensen. Minder vuile lucht betekent immers minder longklachten, om maar een voorbeeld te noemen.”
En dus is het omvangrijke pand zo verbouwd, dat het nu een A++-status heeft. Op het versterkte dak liggen 240 zonnepanelen, de verwarming en koeling gaan elektrisch.
Maar duurzaamheid gaat voor Dam en zijn collega’s verder. Een paar jaar geleden nam hij bijvoorbeeld het initiatief om milieuvriendelijker pijnstillers voor te schrijven. “Via onze urine en ontlasting belandt er jaarlijks zo’n 140.000 kilo geneesmiddelen in sloten, kanalen en rivieren”, legt hij uit. “Het lukt de rioolwaterzuivering niet al die stofjes uit het water te halen. Dat geldt ook voor een bekend en veel voorgeschreven ontstekingsremmende pijnstiller als Diclofinac. Dat middel kan bijvoorbeeld de kieuwen en nieren van vissen beschadigen. Het was echt een schok toen ik dat ontdekte.”
Aanleiding genoeg voor Dam om in 2016 samen met het Waterschap Drents Overijsselse Delta en alle andere huisartsen in Meppel een project te starten om het gebruik van Diclofinac terug te dringen. Sindsdien schrijven de Meppelse dokters voornamelijk Naproxen voor, een andere ontstekingsremmende pijnsteller, die veel beter uit het rioolwater te zuiveren is. Met resultaat: na een jaar was de hoeveelheid Diclofinac in het oppervlaktewater al met 40 procent gedaald. Het project was zo’n succes, dat het in Flevoland, Utrecht en Brabant navolging kreeg. Waarmee Dam maar wil zeggen dat veranderingen in de zorg heus niet altijd van bovenaf hoeven komen. Misschien wel júíst niet. “We moeten nooit vergeten voor wie we het doen: onze patiënten. Het systeem dient zich aan hen aan te passen, niet andersom. In ons centrum laten we dag in, dag uit zien dat dat prima kan.”
[Kader]
Wat is Positieve Gezondheid?
Positieve Gezondheid is een brede kijk op gezondheid, ontwikkeld door voormalig huisarts Machteld Huber (70). Uitgangspunt is dat de zorg zich niet alleen moet focussen op ziekte, klachten en ‘beter worden’, maar op de veerkracht van mensen om zich aan te passen aan wat er in hun leven gebeurt. Dus óók aan eventuele (blijvende) gezondheidsklachten. Zorgverleners moeten hen daar zo goed mogelijk bij helpen. Dat doen ze door patiënten een vragenlijst te laten invullen over zes thema’s: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, dagelijks functioneren, kwaliteit van leven, zingeving en meedoen. Vragen zijn bijvoorbeeld: Zit je lekker in je vel? Voel je je gelukkig of eenzaam? Lukt het om de dagelijkse dingen te doen, zoals het huishouden? En beleef je nog plezier aan je bezigheden? Aan de hand van de uitkomsten gaan zorgverleners het gesprek aan over wat écht belangrijk is voor een patiënt, wat die in zijn leven zou willen veranderen en hoe de professionals hem daarbij kunnen ondersteunen.
Meer weten? Op de website van het Institute for Positive Health, iph.nl, staat uitgebreide informatie en een animatiefilmpje met uitleg over hoe Positieve Gezondheid werkt.
Dit artikel is gepubliceerd in het Dagblad van het Noorden op zaterdag 28 mei 2022. Fotografie: Gerrit Boer.