Resetten na een rotjeugd

Mensen die als kind zijn verwaarloosd, mishandeld of misbruikt, lopen als volwassene twee tot negen meer kans op angst en depressie. Bovendien zijn hun klachten moeilijker te behandelen en komen ze vaker terug. Onderzoekers van het Amsterdam UMC willen daar iets aan doen. Hun oplossing? Het stresssysteem van slachtoffers van jeugdtrauma ‘resetten’. 

Je denkt misschien: zo vaak komt dat toch niet voor? Wel dus: één op de zes volwassen Nederlanders heeft als kind jeugdtrauma opgelopen. Voor de duidelijkheid: we hebben het dan niet over bijvoorbeeld een ongeluk of een overlijden. In de psychiatrie wordt met jeugdtrauma bedoeld dat kinderen vóór hun achttiende zijn mishandeld, misbruikt en/of verwaarloosd. Alsof dat nog niet erg genoeg is, kunnen ze daar hun hele leven last van houden. 

Dweilen met de kraan open
“Een kwart van alle mensen met een depressie heeft als kind te maken gehad met jeugdtrauma”, vertelt psychiater Christiaan Vinkers van het Amsterdam UMC. “Dat is geen toeval. Door de ervaringen in hun jeugd staat hun stresssysteem gevoeliger afgesteld. Dat maakt ze, ook als volwassenen, kwetsbaarder voor psychische problemen.”
Samen met een groep collega’s doet Vinkers onderzoek naar hoe dat werkt. En vooral ook: wat er op volwassen leeftijd nog aan te doen is.
Op dit moment kunnen therapeuten alleen de gevolgen van een traumatische jeugd behandelen. Denk aan angst en depressie. Helaas werken psychotherapie en antidepressiva na jeugdtrauma vaak minder goed. Niet zo gek, vindt Vinkers. Want zolang je de achterliggende oorzaak — het verstoorde stresssysteem — niet aanpakt, blijft het een beetje dweilen met de kraan open.

Herstel is cruciaal
“Een gezonde stressreactie kent twee stadia”, legt hij uit. “In de eerste fase gaat het mechanisme aan. Er komt dan als een razende een kettingreactie op gang. Je spieren spannen zich bijvoorbeeld aan, je hart en de ademhaling gaan sneller en je bloedvaten verwijden zich. Kortom: alles wordt uit de kast gehaald om zo snel mogelijk te kunnen reageren. Is de stresssituatie voorbij, dan kalmeert de boel. Over die herstelfase hoor je zelden. Maar hij is minstens zo belangrijk. Die zorgt ervoor dat de hartslag etcetera dalen, totdat alle waardes weer op hun normale, gezonde niveau zijn.”
Tenminste, als het stresssysteem naar behoren werkt. Bij slachtoffers van jeugdtrauma gaat in die herstelfase namelijk iets mis. Daardoor blijven ze voortdurend in een gespannen toestand vastzitten.

Uitgerekt elastiek
Tijdens je jeugd wordt bepaald hoe je stresssysteem de rest van je leven staat afgesteld. Krijg je als kind te maken met trauma, dan heeft dat grote invloed. Het systeem raakt overbelast, waardoor de basisinstellingen (die nodig zijn om na stress te kunnen herstellen) niet meer kloppen. Eigenlijk gaat het dus bij de programmering al fout. Dat verklaart waarom je je hele leven onder jeugdtrauma gebukt kunt gaan.
“Vergelijk het maar met een elastiek”, verduidelijkt Vinkers. “Als je dat uitrekt, keert het na het loslaten weer terug naar zijn oorspronkelijke vorm. Maar als het lang onder spanning staat, lubbert het uit. Zo werkt het ook met het menselijk stresssysteem. Bij kinderen die worden mishandeld, misbruikt of verwaarloosd, blijft het systeem langdurig geactiveerd. Net als bij het uitgerekte elastiek kan het dan niet goed meer herstellen; de dynamiek is eruit. Daardoor hebben slachtoffers van jeugdtrauma geestelijk én lichamelijk minder veerkracht.” 

Levenslang
Simpel samengevat: door de nare gebeurtenissen in hun jeugd loopt de stressemmer bij slachtoffers van jeugdtrauma eerder over. Dus óók als ze al lang volwassenen zijn en de ellende ver achter hen ligt. Met alle rottige gevolgen van dien, voor zichzelf en voor de mensen om hen heen.
De verkeerde afstelling bepaalt namelijk mede hoe ze als volwassenen naar de wereld kijken, op stressvolle situaties reageren, met emoties dealen en relaties onderhouden. Zo piekeren jeugdtraumaslachtoffers van nature meer, zien ze het glas vaker half leeg dan half vol en vragen ze minder snel om hulp. Als het om relaties gaat, vinden ze het soms lastiger om mensen te vertrouwen. Of ze hebben meer dan gemiddeld behoefte aan bevestiging en waardering.
Daar komt bij dat een slecht werkend stresssysteem niet alleen allerlei psychische, maar ook lichamelijke klachten kan veroorzaken. Denk aan een opgejaagd gevoel, hartkloppingen, concentratieproblemen, hoofdpijn, spierpijn, maagklachten en slapeloosheid. 

Harde reset
Voor Vinkers en zijn team is het duidelijk: om volwassen slachtoffers van jeugdtrauma beter te kunnen helpen, moeten ze een manier vinden om het probleem bij de bron aan te pakken. Zou het niet mogelijk zijn om hun stresssysteem op volwassen leeftijd alsnog te repareren?, vroegen ze zich af. Zo ontstond het idee voor de RESET-studies (REStoring mood after Early life Trauma), waar ze onlangs mee zijn gestart.
“De naam zegt het al”, aldus Vinkers. “Met dit onderzoek proberen we het stresssysteem van jeugdtraumaslachtoffers letterlijk te resetten.”
Dat klinkt een beetje als het uit- en aanzetten van een vastgelopen computer, om die de kans te geven te rebooten en zo het besturingssysteem opnieuw te laden. “Precies wat we willen”, beaamt de psychiater. “We proberen dat op twee manieren: met medicijnen en met specifieke vormen van psychotherapie.” 

Eiwitblokkade
Om met de medicijnen te beginnen: dat is een enorm ingewikkeld verhaal. In het kort komt het hierop neer. Als je stresssysteem aan gaat, bindt het stresshormoon cortisol zich aan aan bepaald stresseiwit in je hersenen, MR genaamd. Daarmee komt de lichamelijke kettingreactie op gang, waar we het eerder over hadden. Het is als het ware het eerste dominosteentje dat omvalt. Als de stresssituatie voorbij is, bindt het stresshormoon zich aan een ander eiwit, GR. Het is voor het lichaam het seintje om met het herstel te starten. Oftewel: om het elastiek te laten terugveren naar zijn oorspronkelijke, slappe vorm. Maar bij mensen met jeugdtrauma werkt dat laatste dus minder goed.
Daar hebben de onderzoekers nu iets slims op verzonnen. In hun studie blokkeren ze het GR-eiwit van proefpersonen gedurende een week. Dat doen ze met een bestaand medicijn, de cortisolremmer mifepriston. Zo krijgt het stresssysteem de tijd om, net als een computer, opnieuw op te starten.
“In onderzoek bij muizen en ratten ging dat heel goed”, vertelt Vinkers enthousiast. “Na de behandeling werkte hun stresssysteem weer naar behoren. Nu gaan we voor eerst testen of het bij mensen ook werkt.”

Traumatherapie
Behalve medicijnen hebben de onderzoekers nog een methode bedacht om het stresssysteem te repareren. Namelijk met bestaande vormen van psychotherapie, bedoeld voor de behandeling van een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Het gaat om Eye Movement Desensitization and Reprocessing, beter bekend onder de afkorting EMDR, en Imaginary Rescripting (ImRs, zie kader). Bij beide behandelingen haalt de patiënt herinneringen aan een specifieke traumatische gebeurtenis terug. Door tegelijk een afleidende taak te doen (bij EMDR) of de herinnering te ‘herschrijven’ (bij ImRs), neemt de emotionele lading ervan af en kunnen ze een nieuwe betekenis aan de gebeurtenis gegeven. Vergelijk het maar met een Word-document dat je opent, aanpast en opnieuw op de harde schijf van je computer opslaat. Zo werkt het ook met de traumatische herinnering. Die is na de behandeling niet weg, maar herzien. Met als gevolg dat je er minder of geen last meer van hebt.
“EMDR en ImRs zijn bij PTSS bewezen doeltreffend”, zegt Vinkers. “Maar bij depressie, gerelateerd aan jeugdtrauma, is het effect niet eerder aangetoond. Vandaar dat we dat nu ook onderzoeken.” 

Hulp
Het duurt nog wel een paar jaar voor we weten of de aanpak van Vinkers en zijn team echt een oplossing biedt. Maar dat betekent volgens hem niet dat jeugdtraumaslachtoffers met psychische klachten intussen bij de pakken neer moeten gaan zitten. “Ook nu zijn er gelukkig al veel manieren om hen te helpen. Praat dus over je problemen. En zoek hulp, moe moeilijk dat misschien ook is.”
In de praktijk merkt hij dat er vaak een last van de schouders van patiënten valt, als ze snappen dat hun stresssysteem door hun jeugdtrauma anders werkt. Het is immers niet hun schuld dat zijn zoals ze zijn. Dat besef alleen is al een opluchting. 

Stresspaspoort
Vinkers’ ultieme droom is dat niet alleen mensen met een traumatische jeugd, maar wij allemaal in de toekomst een individueel stresspaspoort krijgen. Daarin staat dan bijvoorbeeld of je veel piekert, snel uit balans bent of slecht slaapt. Allemaal factoren die de kans op stress — en daarmee (psychische) klachten — vergroten. Ook de dingen die je bij stress juist helpen, zoals emotionele flexibiliteit en een stevig sociaal netwerk, zou je in zo’n paspoort kunnen opnemen. Die vermeerderen je veerkracht immers juist.
“Als je van jezelf weet wat je sterke en zwakke stresspunten zijn, kun je er in het dagelijkse leven rekening mee houden”, besluit hij. “Bijvoorbeeld door je grenzen in acht te nemen, niet te streng voor jezelf te zijn en in relaties met anderen te investeren. Wie weet komt er ooit wel een systeem om je te waarschuwen als jouw kritische stressgrens in zicht is: nu even terugschakelen. Dat zou een hoop leed schelen.”
Meer weten? Of interesse in deelname aan de RESET-studie? Kijk op jeugtrauma-depressie.nl.

[Kader]
Soorten jeugdtrauma
Er zijn twee vormen van jeugdtrauma:

  • (lichamelijke en emotionele) mishandeling en misbruik en 
  • (lichamelijke en emotionele) verwaarlozing. 

Beide kunnen geestelijk en lichamelijk enorm veel schade aanrichten, en levenslang gevolgen hebben voor de slachtoffers.
Met name over emotioneel misbruik (zoals kleineren en chanteren) en emotionele verwaarlozing (geen aandacht en liefde geven aan het kind) hoor je weinig. Dat komt vermoedelijk om dat ze onzichtbaar zijn, en daardoor ongrijpbaar. Maar de impact ervan is minstens even groot is als van lichamelijke mishandeling en verwaarlozing.  

[Kader]
Onderzoek
Psychiater Christiaan Vinkers en zijn collega-onderzoekers hebben de geestelijke en lichamelijke effecten van jeugdtrauma in kaart gebracht.
De belangrijkste uitkomsten: 

  • Jeugdtrauma vergroot de kans op depressieve en angststoornissen twee tot negen keer. Niet alleen dat, het zorgt er ook voor dat de klachten gemiddeld eerder ontstaan, langer duren en vaker terugkomen. Bovendien reageren patiënten tot wel 50 procent minder goed op bestaande behandelingen, vooral op antidepressiva. 
  • Er is ook een relatie tussen jeugdtrauma en persoonlijkheidskenmerken, die stress verergeren en behandeling van psychische klachten bemoeilijken. Denk aan veel piekeren en een negatief zelf- en wereldbeeld. 
  • Lichamelijk zorgt jeugdtrauma onder andere voor veranderingen in de structuur van het brein en snellere veroudering. Bovendien leven volwassenen die jeugdtrauma hebben doorgemaakt gemiddeld ongezonder. Ze roken bijvoorbeeld meer en zijn zwaarder. Alles bij elkaar hebben ze daardoor een grotere kans op allerlei lichamelijke aandoeningen, zoals obesitas en hart- en vaatziekten. 

Bron: Journal of affective disorders, maart 2021

[Kader]
Imaginaire Rescripting
Van EMDR heb je misschien wel eens gehoord. Imaginaire Rescripting (ImRs) is als traumabehandeling minder bekend. Daarbij verplaats je je als patiënt (met behulp van een therapeut) zo goed mogelijk in een nare jeugdherinnering. Dat gebeurt in drie fasen. 

  1. In de eerste fase beleef je de traumatische situatie als kind van toen in gedachten opnieuw. De bedoeling is dat je daarbij de emoties, geluiden en geuren die je op dat moment had zo echt mogelijk ervaart. 
  2. Vervolgens spoel je in de tweede fase de herinnering als het ware terug. Dan stap je er opnieuw in, maar nu samen met jezelf als volwassene. Als je volwassen ik neem je je kind-ik in bescherming en pak je de situatie daadkrachtig aan. Bijvoorbeeld door de dader van een mishandeling te stoppen. 
  3. In de derde en laatste fase doorleef je de situatie nogmaals. Dan weer door de ogen van het kind. Je ziet daarbij dus hoe je volwassen zelf ingrijpt. In deze fase geef je ook als kind aan wat je nog nodig hebt om te helen. Bijvoorbeeld getroost worden of in veiligheid worden gebracht. 

Zo verander je het verloop — en daarmee het gevoel — van de gebeurtenis. Bovendien helpt het je om op een andere manier naar de traumatische situatie te kijken. Je ziet dan misschien dat je helemaal geen slecht kind was, zoals je altijd dacht, maar dat je niet zulke goede ouders had. En dat je de veiligheid, zorg en steun die je als kind miste nu aan jezelf kunt geven. Daarmee neemt de last van de herinnering af.

Gepubliceerd in Quest, 5/2021.