Slaapmiddelen? Liever niet!

Chronisch slaaptekort kan je wanhopig maken. Best begrijpelijk dus, dat veel slechte slapers hun heil zoeken in slaapmiddelen. Toch kun je die beter laten staan, zegt hoogleraar medicatieveiligheid Patricia van den Bemt. “Uiteindelijk ben je daarmee alleen maar verder van huis.”
De cijfers liegen er niet om. Naar schatting anderhalf miljoen Nederlanders slikt regelmatig een of meer slaapmiddelen. Gemiddeld doen ze dat 180 keer per jaar. In de meeste gevallen draaien gebruikers zelf voor de kosten op, want sinds 2009 vergoeden zorgverzekeraars slaap- en kalmeringsmiddelen niet of nauwelijks meer. Dat weerhoudt ons er trouwens niet van om flink door te slikken: jaarlijks geven we er — voor eigen rekening — 54 miljoen euro aan uit, aldus de Stichting Farmaceutische Kerngetallen. Méér dan bijvoorbeeld aan anticonceptie. 65-plussers zijn grootverbruikers; van hen neemt een op de vier regelmatig een slaappil. Dat blijft niet zonder gevolgen. Door het versuffende en spierverslappende effect vallen zij bijvoorbeeld vaker. Ziekenhuisapotheker Patricia van den Bemt, hoogleraar in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam: “Wat mij betreft zouden slaapmiddelen helemaal in de ban moeten.” 

Dat is wel heel cru.
“Niet als je je realiseert dat het gebruik van slaapmiddelen eigenlijk alleen maar nadelen heeft. Ze werken slechts tijdelijk, zijn verslavend en hebben nare bijwerkingen. Bovendien pakken ze de oorzaak van het slechte slapen niet aan. Sterker nog, op den duur houden ze het probleem in stand of verergeren het zelfs. Het middel is dus erger dan de kwaal.”

Even terug. Wat doen slaapmiddelen precies?
“Ze werken kalmerend en remmen je zenuwstelsel af, waardoor je sloom en slaperig wordt. Verder verslappen ze je spieren. Sommige middelen hebben een kort effect en helpen om in slaap te vallen. Anderen werken langer en zijn bedoeld om beter door te slapen.” 

Klinkt goed.
“Dat valt te bezien. De winst is namelijk beperkt; met medicatie slaap je gemiddeld 15 tot 20 minuten sneller in en slaap je in totaal 30 tot 50 minuten langer. Omdat je lichaam aan de medicijnen went, neemt dat effect bovendien na twee weken alweer af. Je hebt er dan steeds meer van nodig. Ook niet onbelangrijk: de pillen beïnvloeden de kwaliteit van je slaap. Omdat ze je REM-slaap verstoren — de slaap die je nodig hebt om te herstellen — rust je niet goed uit. Vandaar ook dat je na het gebruik ervan vaak met een katerig gevoel wakker wordt. Al met al heb je er dus weinig aan. Om nog maar niet te spreken over alle ongewenste bijwerkingen.” 

Zoals?
“De lijst is lang: sufheid, verminderde reactiesnelheid, geheugen-, coördinatie- en concentratieproblemen, hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid, somberheid, gewichtstoename en minder zin in seks, om er een paar te noemen. In combinatie met andere kalmeringsmiddelen of alcohol verergeren de bijwerkingen. Bovendien raak je aan slaapmiddelen heel snel verslaafd, al binnen twee weken. Feitelijk zijn ze even verslavend als sigaretten.” 

Wat een ellende! Waarom zijn ze dan überhaupt nog op de markt?
“De meeste slaapmiddelen vallen onder de groep van benzodiazepines, kortweg benzo’s. Deze medicatie, met namen zoals oxazepam, lorazepam en temazepam, is ontwikkeld in de jaren ’70 van de vorige eeuw. Tot dan toe gebruikten artsen barbituraten om mensen beter te laten slapen. Die medicijnen waren echter erg gevaarlijk — aan een te hoge dosis kon je gemakkelijk overlijden. Benzodiazepines leken een veilig alternatief. Pas later ontdekte men dat ze eigenlijk helemaal niet zo goed werken en heel verslavend zijn. Vandaar ook dat verzekeraars ze tegenwoordig alleen nog in uitzonderlijke gevallen vergoeden. Bijvoorbeeld bij slaapproblemen na een traumatische gebeurtenis. Huisartsen mogen in zo’n geval maximaal vijf tot tien tabletten voorschrijven en slechts één keer een herhaalrecept geven.”

Hoe kan het dan dat een op de tien Nederlanders ze langdurig gebruiken?
“Dat zijn mensen die de middelen vaak al jaren of zelfs decennia slikken. Dan is het ontzettend lastig om eraf te komen. Als je ineens stopt, kun je flinke afkickverschijnselen krijgen. Denk aan hartkloppingen, prikkelbaarheid, hoofdpijn, onrust en angstgevoelens. Bovendien slaap je daarna tijdelijk vaak nog slechter dan vóór je met de medicatie begon. Huisartsen zien dat ook, en schrijven voor die langgebruikers toch steeds een herhaalrecept.”

Is dat erg?
“Ja, vooral omdat de middelen je functioneren overdag zo sterk beïnvloeden. Mensen die slaapmiddelen gebruiken, hebben bijvoorbeeld meer kans op ongelukken in het verkeer. Vandaar dat je er meestal niet mee mag rijden. Voor ouderen zijn de sufheid en spierzwakte een extra groot risico. Die zorgen ervoor dat ze eerder vallen en mogelijk iets breken. Jaarlijks belanden zo’n 7.000 65-plussers na een valpartij in het ziekenhuis. De grootste boosdoener? Slaapmedicatie.” 

Is er een manier om slaapmiddelen ‘verstandig’ te gebruiken?
“Het simpele antwoord is nee. Het enige wijze advies is om er niet aan te beginnen. Gebruik je ze al langer en wil je ermee stoppen, vraag dan je huisarts of praktijkondersteuner om hulp. Die kan een schema voor je opstellen, waarmee je heel geleidelijk — in weken of zelfs maanden —  afbouwt.”

Hoe zit het met het vrij verkrijgbare middel melatonine?
“Ook dat kun je beter links laten liggen. De lage dosering die je bij de drogist koopt, werkt niet tegen slapeloosheid, blijkt uit onderzoek. Melatonine is namelijk geen slaapmiddel, maar een middel dat je biologische klok beïnvloedt. In de juiste hoge dosis — alleen verkrijgbaar op recept — kan het wel helpen om de gevolgen van een jetlag tegen te gaan. Dat is de enige vorm van slaapproblemen waarbij het gebruik bewezen effectief is.”

En valeriaan?
“Bij sommige mensen lijkt dat oude kruidenmiddel een beetje ontspannend te werken. Voor de meeste mensen doet het echter niets. Kortom: vrij verkrijgbaar of op recept, geen enkel middel verhelpt slaapproblemen. Zonde om daar je geld aan uit te geven.”

Geen leuke boodschap voor de miljoenen Nederlanders die iedere nacht wakker liggen.
“Dat snap ik. Maar echt, slaapmiddelen zijn niet de oplossing. Integendeel, je helpt jezelf ermee van de regen in de drup.” 

Wat werkt wel?
“Bij slapeloosheid zonder duidelijke oorzaak doe je er verstandig aan om je gewoontes zo te veranderen dat het slapen voor je lichaam makkelijker maakt. Denk aan het verminderen van stress, alcohol en telefoon- en tabletgebruik. Haalt dat onvoldoende uit, dan kun je slaaptherapie of cognitieve gedragstherapie proberen. Daarbij leer je als het ware om weer goed te slapen. Bijvoorbeeld door je slaaproutine te veranderen en slaapbelemmerende piekergedachtes aan te pakken. Die methode is bij slapeloosheid bewezen effectief. Geen quick fix helaas, maar als je de tijd en energie erin wilt steken wel een aanpak met een grote kans van slagen.” 

[Kader]
Ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog Patricia van den Bemt is onderzoeker en bijzonder hoogleraar medicatieveiligheid in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Ze geeft ook onderwijs over het onderwerp aan studenten geneeskunde.