Vol in de verf

Het wemelt in Noord-Nederland van de unieke historische gebouwen. Die restaureren is een vak apart. We nemen een kijkje bij zes bijzondere projecten, en spreken de ambachtslieden die eraan werken. Aflevering 5: het schilderen van de De Paiser Meul in Peize, een van de nog 39 overgebleven molens in Drenthe. 

  • Wat: schilderwerk aan molen De Paiser Meul 
  • Waar: Peize
  • Wie: Sommer Schilderwerken in Emmen
  • Wanneer: zomer 2021

Terwijl alles om ons heen steeds sneller lijkt te gaan, nemen restauratoren nog altijd uitgebreid de tijd voor hun werk. Schilder Arjan van der Steege bijvoorbeeld. Voordat hij en zijn collega Richard Kreeft delen van de molen van Peize afgelopen zomer opnieuw in de verf konden zetten, waren ze vier dagen bezig om al het houtwerk schoon te maken. Met de hand wel te verstaan; iedere centimeter werd zorgvuldig schoongeboend met een spons en een sopje. “Dan weet je zeker dat je niets beschadigt”, zegt Van der Steege vanuit zijn hoogwerker op 32 meter hoogte. “Als je er met je neus bovenop zit, zie je bovendien meteen in detail hoe het hout eraan toe is. Eerlijk gezegd schrok ik daar bij deze molen behoorlijk van; de staat was veel slechter dan ik had gedacht.”
Na het reinigen begonnen de mannen van vooraf aan, nu gewapend met een krabber om al het hout blank te krabben en waar nodig te repareren. Nog zo’n tijdrovende klus, waar ze in dit geval drie dagen mee bezig waren. En ook weer handwerk, want verfbranders gebruiken de schilders van Sommer Schilderwerken al jaren niet meer. “Uit veiligheidsoverwegingen, maar ook voor onze gezondheid. Het is echt niet lekker om uren in verfdampen te staan.”
Je zou denken dat een schilder het liefste schildert, en schoonmaken en afkrabben als noodzakelijk kwaad beschouwt. Maar niet Van der Steege. “Natuurlijk is aflakken het mooiste wat er is. Maar als je dat werk niet goed voorbereidt, zie je het terug in het eindresultaat. Bovendien gaat de verf dan minder lang mee. Goed voorwerk is dus eigenlijk het allerbelangrijkste.”
Vol in de verf
Van der Steege werkt al 25 jaar als schilder, waarvan de laatste elf bij Sommer Schilderwerken uit Emmen. Pas vorig jaar startte hij met de driejarige opleiding tot erfgoedschilder. Daarin leert hij onder andere de fijne kneepjes van monumentenzorg, verftechnologie en kleurhistorie, historisch schilderwerk op hout, steen en metaal en alles over oud glaswerk en behang. Overigens is hij in de huidige lichting van de opleiding de enige schilder uit Noord-Nederland.
“Bij restauratie gaat het vooral om wat je niet moet doen”, vertelt hij. “Uitgangspunt is dat we alles zoveel mogelijk laten zoals het was. Of als dat niet kan, de oude situatie zo goed mogelijk imiteren. Neem een molen als deze. Aan de bouw is geen lijm te pas gekomen. Alle verbindingen zijn hout-in-hout. Daar moet je bij de restauratie als schilder extra aandacht aan besteden. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld: aangetaste houtdelen iets dieper weghalen en de verbindingen vol in de verf zetten. Als je daardoor af en toe een hobbeltje of een deukje krijgt, dan is dat maar zo. Het behoud van het erfgoed staat voorop.”
Als Van der Steege aan monumenten werkt, voelt het voor hem alsof hij in de Champions League van de schilders speelt. “Van oude panden gaat mijn hart sneller kloppen. Ik vind het ook heel leuk om me in de historie van gebouwen te verdiepen. Hier in Peize komt molenaar Jacob Siegers elke ochtend om kwart over de zeven de molen voor ons opendoen. Dan drinken we een bakje koffie en vertelt hij honderduit over de geschiedenis. Geweldig om zo uit eerste hand te kunnen leren.”
Verf op waterbasis
De Paiser Meul werd in 1898 opgebouwd uit onderdelen van een olie-, pel- en roggemolen uit Enumatil. De molen had toen al (net als nu) ‘zelfzwichting’, oftewel: kleppen in plaats van zeilen. Saillant detail: vermoedelijk was het houtwerk bij de bouw helemaal niet geverfd, maar geolied. Wanneer zij (molens zijn vrouwelijk) haar eerste verflaag kreeg, is niet bekend. Waarschijnlijk in de eerste decennia van de twintigste eeuw, toen er  professionele verven op de markt kwamen.
Anno 2021 is het grootste deel van het houtwerk zuiver wit. De onderkant van de kap heeft daarentegen een hemelsblauwe kleur. Er doen verhalen de ronde dat het blauw bedoeld is om vliegend ongedierte buiten de deur te houden, maar dat blijkt een fabeltje. Verder pronkt op de koppen van de spruiten en voeghouten in de kap een wijnrode kleur, en zijn de deuren en luiken grachtengroen. De vangstok tot slot, onderdeel van het bedienen van de rem van de molen, is traditioneel geschilderd in rood, wit en blauw.
Best bijzonder: voor het aflakken gebruiken de schilders verf op waterbasis. “Die heeft bij veel mensen nog een slechte naam, maar de kwaliteit daarvan is tegenwoordig vaak beter dan van verf op basis van terpentine”, besluit Van der Steege. “Omdat watergedragen verf elastischer is en vocht doeltreffender reguleert, ontstaan er bijvoorbeeld minder snel scheuren. Daardoor kunnen we de onderhoudscyclus steeds langer maken. Vroeger moest een gebouw als dit elke vijf jaar worden geschilderd, inmiddels gaat de verf zes tot acht jaar mee. Mits goed voorbehandeld natuurlijk. Dat is niet alleen financieel aantrekkelijk, maar ook goed voor het milieu. Sowieso proberen we zo duurzaam mogelijk te werken. Onze witte verfrollers nemen we bijvoorbeeld gewoon weer mee naar een volgende klus.”

[Kader]
Molen en winkel
De Paiser Meul is elke zaterdagmiddag van 13.30 tot 17.00 uur te bezichtigen. Voor bezoek buiten openingstijden kunt u bellen met molenaar Thijs Duursma: 06 – 207 16 262. De molenwinkel is geopend op vrijdag van 13.00 tot 16.00 uur en op zaterdag 8.00 tot 17.00 uur. Daar kunt u onder andere terecht voor desembrood van bakkerij Broodlust, Peizer notenkoek en streekproducten.

Gepubliceerd in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden, zaterdag 23 oktober 2021. Foto’s: Norma van der Horst.